467
lij schoenen veel duurder dracht is, daar één paar rijlaarzen 1^ a
jaar kan medeloopen, en dan nog steeds voor reparatie, ver
nieuwing van den schoen, in aanmerking komt.
Yan onze officierspet, beter gezegd „het toppie", wil ik maarniet
spreken. Bij eenigszins sterken wind en sterke gangen vliegt het
„in 's Blaue hinein."
Is toch de sabel getrokken, dan kan men het niet meer vaster op
het hoofd drukken, het zwarte leertje stormketting is door
transpiratie uitgerekt en weg is „het toppie", tot groot vermaak van
de ruiters in het eseadron, die hierop reeds lang zaten te wachten
en maar geen medelijden over hebben voor hunnen luitenant, die
wanhopige pogingen doet om „het toppie" vaster op het hoofd
te drukken.
De nieuwe uniform schijnt al een zeer moeielijk vraagstuk te zijn
voor Java en de meeste buitenbezittingen.
Atjeh schijnt op dit puut_gelukkiger te zijn.
"Wat is de Atjeh-jas niet eene aangename dracht en wat staat
zij niet netjes
En de zwarte helmhoed en de slobkous staan niet minder martiaal
voor den officier.
En ook is hier de rijlaars aan de orde van den dag!
Hoofd-officieren, luitenants-adjudanten der Infanterie gebruiken haar.
Schijnt de zon hier anders dan op Java, is de bataljonsschool hier
moeielijker uit te voeren, is het sector-loopen niet te vergelijken met
eene velddienstoefening op Java, houdt men ook te Atjeh geene
manoeuvres evengoed als op Java??
Waarop wacht dan toch de nieuwe uniform van het Indisch
officierskorps
Werkelijk, de behoefte wordt driegend gevoeld.
Geef, om van de officieren der andere wapens niet te spreken,
den cavalerie-officier de gewone Hollandsche huzaren-uniform, be
staande uit:
pet met oranje-kokarde,
zwarte attila met zes rijen zwarte tressen en drie rijen zwart
laken knoopen,
de Hollandsche oranje-9jerp,