OORLOGVOERING TEGEN ONBESCHAAFDE VOLKEN. (Vervolg van blz. 588.) Kampen. De keuze der plaatsen waar, na iederen dagmarsch, zal overnacht worden, wordt voornamelijk beheerscht door het al of niet aanwezig zijn van brandhout en water. In ieder geval echter moet het kamp verdedigbaar wezen. De onzekerheid vau 's vijands bewegingen, een bijna constante factor in Inlandsche oorlogen, maakt het noodzakelijk altijd tot zelf verdediging gereed te zijn. In den aanvang van den Zoeloe-oorlog werd een kleine hand leiding voor de troepen te velde uitgegeven. Een artikel hiervan be paalde dat elk kamp des nachts moest worden verschanst. Het is echter bekend dat gedurende den eersten opmarsch deze voorzorgsmaatregel niet genomen werd, eene omstandigheid die voort durend opmerkingen uitlokte. Na het voorgevallene te Isandhlwana was hierin verandering te bespeurenop iedere rustplaats werden „laagers" gevormd. Maar hieruit mag evenwel niet de gevolgtrekking gemaakt worden dat kampen immer moeten verschanst worden; wel moeten zij ver dedigd kunnen worden, doch dit wil niet zeggen dat onze troepen altijd van achter dekkingen moeten vechten. Verstaan wij onder verschansen het opwerpen vaD aardwerken, dan zal het spoedig blijken dat dit op marsch onuitvoerbaar is en men hoogstens eenige tirailleurloopgraven kan aanwenden. Zulk een loop graaf nu verschaft voorzeker goede dekking tegen de moorddadige uit werking onzer hedendaagsche vuurwapenen, maar in Inlandsche oorlogen ligt het grootste gevaar niet in het vijandelijk vuur, doch wel in een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 48