493
West-Indië en in Noord-Amerika te huis behoorden, in Engeland
op te laten; wel kwamen niet alle duiven terecht, doch die welke
terugkwamen zijn even zooveel bewijzen dat het eene onmogelijkheid
is aan te nemeD, dat de duiven door hun gezichtsvermogen zouden
worden geleid. Haar uitstekend ontwikkeld oog zal haar echter zeker
wel helpen, om, wanneer zij door haar oriënteeringsvermogen naar
een bekende streek zijn geleid, in die bekende streek de plaats van
haar hok terug te vinden.
De voorstanders van de „gezichtstheorie" zeggen o. a. nog, dat de
duiven niet huiswaarts zullen keeren, indien het mistig weer is, doch
ook dit is onjuist.
Zoo hebben o. a. de duiven van het korps Genietroepen te Willem I
den afstand Soerabaja Willem I (260 KM.) onder ongunstige om
standigheid met zeer goed gevolg afgelegd en zulke voorbeelden zijn
nog meer te vinden. De wedvlucht van Belgische postduiven van
uit Rome naar Parijs bewijst eveneens de onmogelijkheid van die ver
klaring; één der voorstanders er van tracht de uitkomst van dien wed
strijd daarmede in overeenstemming te brengen, door te zeggen dat
de duiven zoolang rondvlogen tot zij een bekend punt zagen, maar
hoe wisten die duiven dan in welke richting zij moesten vliegen, om
dat. bekende punt aan te treffen.
Soms vliegen de duiven na het oplaten eerst een tijd lang in
kringen door de lucht; dikwijls echter vliegen zij ommiddellijkin de
goede richting weg. Nu zeggen de personen, welke aan het gezichts
vermogen hechten, dat de duiven al rondvliegende den omtrek ver
kennen en die kringen grooter en grooter maken tot zij een bekend
punt vinden.
Indien de duiven uit Luik, welke te Rome opgelaten werden, ook
aldus te werk waren gegaan, dan zouden zij nu hoogstwaarschijnlijk
nog rondvliegen.
Dat de duiven 's nachts niet naar huis terugvliegen, is geenszins in
strijd met de instincttheorie, want al geeft deze haar ook aan, in welke
richting zij moeten terugkeeren, zij zijn daardoor nog niet gewaarborgd
tegen botsingen met boomen, huizen, telephoondraden, enz. Enkele
voorstanders der waarnemingsrheorie gaan zelfs zóóver, dat zij de
duiven 's nachts volgens het licht der gaslantaarns laten vliegen, ten