41 mogelijk is met weinig verliezen het kamp te bekruipen. Dit was de reden waarom, gedurende den marsch naar Ulundi, de troepen zelden achter de wagens positie namen, doch meestal in tirailleur loopgraven ongeveer 20 a 30 voet buiten het kamp. Het is nu duidelijk dat niet de wagenburg doch alleen de loop graven den manschappeu cenige dekking opleverden, maar zij verschaften volstrekt geen beveiliging tegen het voornaamste gevaar, zoodat zeker de vraag gewettigd is, waarom zooveel gewicht werd gehecht aan het formeeren der laagers? Blijft verrassing buiten rekening, dan is tegen Iulandsche vijanden, voor zoover de manschappen betreft, verschansing niet noodig, doch voor de bescherming van den transporttrein moeten bijzondere maat regelen genomen worden. Door het formeeren der laagers en het daarbinnen plaatsen der trekossen was het geheel opgesteld in de eenvoudigste en meest tot verdediging geschikte stelling. Na al hetgeen er na het ongeval te Isandhlwana gezegd en geschreven is, zochten de colonnes hunne veiligheid dan ook niet in versterkte kampen, doch wachtten den vijand af in het open veld en versloegen hem, zooals b. v. te Gin- ginhlovo. Om een overrompeling te voorkomen, had men een behoorlij ken voorpostendienst noodig. Schrijver bevond zich gedurende drie maanden in een fort aan de grenzen, waar een garnizoen lag van aanvankelijk 800 en later 500 man. Des nachts bleven de manschappen binnen het fort, dat slechts eene beperkte ruimte aanboodeen groot aantal schildwachten (in het eerst bijna 100) werd langs de vuurlijn uitgezet. Opeengehoopt, zonder tenten en met een zeker gevoel van onvei ligheid, kan het ons niet verwonderen dat velen aan koortsen bezweken. De reden die werd opgegeven om het niet uitzetten van veldwachten te wettigen was, dat, zoo de vijand ons aauviel, de voorposten zonder twijfel zouden worden afgesneden. Ware dit eveneens aangenomen voor onze kampen in den later vol genden opmarsch, dan is het moeielijk na te gaan hoe in hunne vei ligheid had kunnen worden voorzien. Gedurende den marsch naar Ulundi was schrijver meermalen in de gelegenheid de gevolgen na te gaan van de beschikkingen, die bij de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 50