506
Een ander geval is hel, wanneer men een bepaald station heeft op
gericht. Stel, men heeft te A b. v. 40 duiven; hiervan zijn er 10
uitgezonden naar B, terwijl men te A niet weet, wanneer men te
B een bericht zal verzenden.
Het wordt nu moeielijker, om na te gaan, wanneer er duiven zijn
aangekomen. Bij wedvluchten sluit men de 30 overgeblevene duiven
op; dit kan men doen, doordat men weet op welk uur de duiven
worden opgelaten en daardoor kan uitrekenen, wanneer ze terugver
wacht worden. Om de terugkeerende duiven te vangen, plaatst men
voor de uitvliegopening een soort kooi (kijker), bestaande uit stijlen
van ijzerdraad; deze is zoo ingericht dat de duiven niet uit het hok
kunnen komen, doch wel er inhetgeen verkregen is door de openin
gen af te sluiten met een samenstel van ijzerdraadroeden van boven
scharnierend, hetwelk beneden tegen een drempel aanslaatin gewone
omstandigheden (dus wanneer de duiven alle thuis zijn) staan alle
deuren open. Yerwacht men echter duiven, dan sluit men de kooi
van het hok af en laat het buitenste deurtje vallen, dat dan door de
aankomende duiven zelf geopend wordt, wanneer zij er tegen drukken
zijn zij nu binnen den kijker, dan valt dat deurtje achter hen dicht,
terwijl zij het van binnen niet kunnen openen.
Men kan hier nu nog een electrisch signaal aan verbinden en
wordt dan terstond gewaarschuwd, wanneer er een duif aangekomen
is; terwijl de duif zelf gevangen is en dus gemakkelijk gevat kan
worden om het bericht in ontvangst te nemen.
Dit kan men echter niet doen, indien men iederen dag
en elk oogenblik berichten kan ontvangen, want men kan de
30 duiven, die nog te A zijn, niet altjjd opgesloten houden.
Te "Willem I werd hierin door het volgende voorzien:
bij de duiven, welke te B met een bericht worden opgelaten, werd
een roodwollen draad om een der pooten gewonden, zoodra men
dus onder de duiven er eene zag met dit kenteeken, wist men
dat er een bericht was overgebracht. Men moet dan steeds de wacht
bij het hok doen houden of b. v. om het uur gaan nazien, of er een
boodschapper is aangekomen. De fluitjes zouden misschien ook goe
de diensten kunnen bewijzen, door de duiven welke een bericht over
brengen van zulk een instrument te voorzien.