510
Om zeker te zijn dat men goede duiven krijgt, zal men verstandig
doen zich te wenden tot een zijner familieleden in het Vaderland, die
zeker wel allen mogelijken steun zullen vinden bij het bestuur en de
leden der Haagsche vereeniging om tegen een matigen prijs goede
duiven te krijgen.
Behalve „de Ooievaar" bestaan er in Nederland nog tal van andere
dergelijke vereenigingen, zoodat het verkrijgen van postduiven niet
moeilijk zal zijn.
V. De regeling van den postduivendienst in verschillende staten.
Na den Fransch-Duitschen oorlog, toen het gebleken was, van welk
nut de postduiven in oorlogstijd kunnen zijn, namen de meeste staten
maatregelen om een postduivendienst te organiseeren of trachtten zij,
door het toekennen van subsidiën aan vereenigingen, deze te steunen.
Voor enkele staten zal hier worden opgegeven, wat in hoofdzaak
voor dezen dienst werd en wordt gedaan.
Frankrijk.
In 1875 werd in den Jardiu d'acclimatisation een postduiven-station
opgericht.
Het volgende jaar werden de duiven gebruikt bij de groote ma
noeuvres, waarbij ze zeer goed voldeden. In 1877 werden te Lille,
Verdun, Toul en Belfort stations opgericht en aan particulieren onder
steuning verleend. In 1884 was Parijs met Mezières, Verdun, Toul
en Langres op afdoende wijze verbonden, eveneens Langres met
Belfort, Besangon en Lyon.
Behalve deze vaste lijnen werden op alle forten duiven gefokt.
In 1885 had men in alle departementen gegevens verzameld van
vereenigingen en particulieren, welke postduiven bezitten, ten einde
deze bij een oorlog te kunnen benutten.
Duitschland.
In 1875 was in Duitschland eene som van 3600 mark uitgetrok
ken voor den postduivendienst. In 1876 bedroeg deze som 9600
mark, in 1877 10500 mark. Straatsburg, Metz, Keulen, Maiuz en