520 voor ruim 4/5 gedeelte bereikt. Immers by de infanterie ontbraken op genoemd tijdstip aan de „tegenwoordige" formatie niet meer dan 477 Inlanders (waaronder 386 Amboineezen), alzoo slechts ruim 17 pet. van de buitengewoon aan te nemen 2750 man J), terwijl op 31 December 1886, toen de „tegenwoordige" formatie der infanterie 1250 man (500 Amboineezen en 750 andere Inlanders) lager was, het incompleet aan niet-Europeanen grooter was dan thans, namelijk 1035 Inlanders (waaronder 158 Amboineezen). Aan Europeanen en met hen gelijkgestelden bestond bij de infanterie op het einde van beide jaren een overcompleet, doch op 31 December 1886 slechts van 92 man (waaronder 73 Afrikanen), terwijl het op 31 December 1887 geklom men was tot 669 man (waaronder 77 Afrikanen), en dit terwijl de formatie voor infanteristen van dien landaard in 1887 geen veran dering had ondergaan. Vergelijkt men de iegersterkte op 31 December 1887 met de cijfers van 31 December 1886, dan blijkt dat op eerstgenoemden datum 2511 onderofficieren en minderen méér in dienst waren (namelijk 770 Europeanen, 2 Afrikanen, 277 Amboineezen en 1462 andere Inlanders), en daarvan alleen bij de infanterie 2385 (573 Europeanen, 4 Afri kanen, 272 Amboineezen en 1536 andere Inlanders.) Was, blijkens het voorafgaande, de toestand bij het einde van 1887, wat betreft de voltalligheid van het leger, veel gunstiger dan het jaar te voren, het getal geoefende en voor den dienst beschikbare infanteristen om alleen van dit wapen te spreken ging nog slechts met 1175 man vooruit. Er waren namelijk op 31 December 1886 van de toen in dienst zijnde 23144 man infanterie tijdelijk niet beschikbaar 5107 onderofficieren en manschappen, zijnde ruim 22 pet. van de infanterie-sterkte, en op 31 December 1887, toen die sterkte 25529 man bedroeg, 6317 of ruim 24.7 pet. Deze tijdelijk niet-beschikbare infanteristen waren te verdeelen als volgt: (1) Yoor Amboineezen alleen was de verhouding niet zoo gunstig. Yan de bij de formatie toegestane 2182 Amboineezen toch waren er aanwezig 179G, zijnde ruim 82 pet.; van de 13729 andere Inlanders bij dat wapen 13638, zijnde ruim 99 pet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 531