524 Bovendien waren 67 officieren onderweg naar Indië of hielden zich gereed hunne bestemming te volgen Het incompleet aan officieren was verdeeld als volgt Staf van den Gouv. Generaal1 Gewestelijke staf1 Infanterie29 Cavalerie7 Genie5 Officieren van gezondheid6 Apothekers3 Militaire Administratie13 65, daarentegen waren er 11 artillerie-officieren te veel. In plaats van de ontbrekende apothekers brengt het Kol. Verslag in rekening 13 apothekersbedienden, wat o. i. eene ruime compensatie isvoor de 7 ontbrekende cavalerie-officieren behielp men zich met 3 adjudant onderofficieren dienstdoend officier, wat minder afdoende is. Echter wer den eenige infanterie-luitenants voor overgang bij de cavalerie opge leid, hetgeen, zooals bekend is, onlangs geleid heeft tot eene overplaat sing bij dat wapen van 4 dier luitenants. Ook daar is men dus voorloopig geholpen. Over het incompleet aan infanterie- en administratie-officieren maakt men zich niet ongerust. Voorziening in de behoefte aan militairen beneden den rang van officier. De toeneming der legersterkte gedurende 1887 met 2511 militairen beueden den rang van officier (772 Europeanen en Afrikanen en 1739 Amboineezen en andere Inlanders) was hieraan toe te schrijven dat zoowel onder het Europeesch als onder het Inland-sch gedeelte de verliezen geringer en de winsten hooger waren dan in 1886, dit laatste inzonderheid wat de Inlanders betreft door de voorspoedige uitkom sten der werving van Javanen, terwijl het mindere verlies zich het sterkst voordeed feu opzichte van het Europeesch element, waaronder de Sterfte belangrijk was afgenomen en het veriaten van den dienst door hen, die reeds aanspraak op gagement zouden hebben kun nen doen gelden, veel minder voorkwam dan in 1886.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 535