525 In totaal werden in 1887 uit het leger afgevoerd 3755 tot de formatie behoorenden beneden den rang van officier, nl. 1485 Europeanen, 4 Afrikanen, 127 Amboineezen en 2139 Inlanders, en daarin opgenomen 6237, dus méér 2482. Ter bevordering van de werving van NederLnders werd gedu rende 1887 weder op ruime schaal door middel van algemeene en plaatselijke nieuwsbladen, en ook door het verspreiden van in volkstrant gestelde geschriften, getracht de voordeelei: en vooruitzichten aan de dienstneming voor Indië verbonden onder de aandacht der groote massa te brengen. Yoorts werden gedurende ettelijke maan den eenige gepensionneerde of met verlof zijnde officieren van het Indisch leger (kapiteins en eerste luitenants) aangewezen om ieder één of meer provinciën te bereizen, ten einde, na overleg met de burgerlijke overheid, vooral ten platteiande de geneigdheid op te wekken tot indiensttreding bij het Indisch leger. In het tweede kwartaal van 1888 is echter besloten deze buitengewone maatregelen te staken, eensdeels omdat de resultaten die zij opleverden niet in verhouding stonden tot de daaraan verbonden uitgaven, maar ten andere omdat het gelet op het in Indië reeds bestaande vrij groot overcom pleet aan Europeesche militairen wenschelijk werd geacht aan de werving weder voor eenigen tijd haren natuurlijken loop te laten. De werving in Nederland leverde in 1887 op 1435 Nederlanders en 404 vreemdelingen, totaal 1839, d. i. dus ruim voldoende om het verlies van 1485 man te dekken. In de eerste helft van 1888 werden aangeworven 1020 man, ook een zeer voldoend cijfer. De werving in Indië leverde in 1887 kwartaalsgewijze de volgende uitkomsten op. Er werden aangenomen:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 536