526
Europeanen Amboi-
en Afrikanen, neezen.
Andere
Inlanders.
Te zamen.
lste kwartaal.
70
169
1637
1876
2de
59
83
766
908
3de
61
79
565
705
4de
41
67
529
637
231
398
3497
4126
en volgens voorloopige
opgaven in het lste kwar
taal 1888 66 46 609 721.
De redenen voor de mindere productie der Inlandsche werving in
het tweede halfjaar zijn dezelfde als gewoonlijk (rijstoogst en veel
werk op de suikerfabrieken). Yoor het ongewoon lage cijfer in het
le kwartaal van dit jaar was echter geen voordehand liggende
reden te vinden. Daar men zich voor die werving tegenwoordig
veel moeite geeft, is dit verschijnsel niet zonder eenige bedenkelijk
heid. Tot heden liet ons de Inlandsche werving, ondanks alle eischen
die men er aan stelde, nog nimmer in den steek.
Het Legerbestuur was natuurlijk dadelijk met maatregelen bij
de hand. Het wist volgens het Kol. Verslag voor den gebleken
minderen lust tot dienstneming geene andere reden te vinden dan
deze, dat in Atjeh de beri-beri nog bleef heerschen en dat velen
vreesden reeds spoedig na dienstneming daarheen te worden gezonden.
Om die vrees te overwinnen, werden de engagements-premiën ver
hoogd van 50 tot 75 voor eene verbintenis van zes jaren en wer
den tevens voor geoefende manschappen der Madoereesche barisans
gunstige voorwaarden gesteld voor overgang bij het leger. Tevens
werden de reëngagements-premiën der Inlanders verhoogd.
Was het aantal reëngagementen in het vorige jaar reeds belangrijk
grooter dan in vroegere jaren, in 1887 was dit in nog meerdere mate
het geval en bedroeg het aantal van hen, die zich opnieuw ver
bonden, ruim 83°/0 van het geheele aantal dat tot een reëngagement
zoude zijn toegelaten. Afdoender bewijs van het onware der beschul
digingen, die telkens weer in de buitenlandsche pers, met name in
de Duitsche bladen, worden opgenomen over slechte behandeling van