530
bomen verbeteringen in de bewapening onzer Indische artillerie oor
zaak zijn dat thans geene termen zijn gevonden om zijne vinding
te doen strekken tot nadere wijziging van de artillerie-uitrusting bij
het Indische leger.
Kleeding en uitrusting. In den loop van 1887 kwamen alle mili
tairen in het bezit van de in beproeving gegeven nieuwe uniform.
Tegen het einde van het loopende jaar zullen de verschillende korps
commandanten hunne bevinding ter zake hebben mede te deelen.
Intusschen is reeds gebleken dat de ten dienste der bovenkleeding
gekozen stof (serge) voor de rijbroeken minder goed voldoet, zoodat
het noodig is geacht om aan de bereden militairen, nevens de serge
rijbroeken, weder eene van blau w-katoen te verstrekken.
Algemeene gezondheidstoestand en ziekenverpleging. Volgens het
„summier ziekenrapport" van den militairen geneeskundigen dienst
werden gedurende 1887 78849 tot het leger behoorende personen
geneeskundig behandelden wel nagenoeg evenveel Inlanders
als Europeanen en Afrikanen. Dit totaal overtreft dat van 1885,
ad 69538, en dat van 1886, ad 74005, doch in verhouding tot de
gemiddelde legersterkte was het getal zieken kleiner dan in 1886 en
slechts iets grooter dan in 1885. Het cijfer der herstelden was gun
stiger dan in beide jaren, namelijk bijna 93 pet., tegen bijna 92,5
pet. in 1886 en bijna 90 pet. in 1885. Vooral echter was het getal
ziektegevallen met doodelijken afloop veel geringer dan in de twee
laatstvermelde jaren, terwijl het getal voor verderen dienst afgekeurden
nagenoeg even groot was als in 1885.
Als altijd waren de meeste ziektegevallen weder van miasmati-
schen aard. Onder het totaal behandelden bedroeg namelijk het
getal lijders aan malaria-ziekten in 1887 ruim 28 pet., terwijl de ver
houding in elk der twee voorafgegane jaren bijna 27,5 pet. bedroeg.
Europeanen zoowel als Inlanders bij het leger werden nagenoeg in
gelijke mate door malaria-invloeden aangetast. Onder de Europeanen
was dit in 1885, 1886 en 1887 achtereenvolgens het geval met bijna
29, ruim 28,8 en ruim 27,4 pet., en onder de Inlanders met bijna 26
pet. in elk der jaren 1885 en 1886 en met 28,9 pet. in 1887. Naar