536 Houdt men in het oog, dat de N. I. Infanterie de bajonet altijd op heefr, terwijl in Europa als regel geldt, dat zij alleen, wanneer de omstandigheden dit eischen (1) (stormaanval, ge vaar van overrompeling, veiligheidsdienst enz.), aan het geweer bevestigd wordt, dan blijkt uit eene onderlinge vergelijking der in den staat opgenomen cijfers, dat onze Inlandsche soldaat, niet alleen bij exercitiën en marscheu, maar zelfs gedurende een. groot deel van het vuurgevecht een geweer hanteert, dat zwaarder is dan dat van alle Europeesche infanterieën, ja, zelfs ruim een half KGf. meer weegt dan het Pransche en het Engelsche. Herinnert men zich wat zoo even omtrent de waarde van het „rond getal" 5 is opgemerkt en bedenkt men, dat het aannemen van zulk een algemeen maximum eigenlijk in strijd is met het juiste begrip, dat het gewicht bepaald behoort* te worden naar de lichaamskrachten van den man en dus niet bij; alle natiën hetzelfde, maar b. v. voor onzen Inlandschen krijger kleiner moet zijn dan voor den Europeaan, dan zal men wel willen toegeven, dat de N. I. Infauterie met betrekking tot het ge wicht van haar hoofdwapen in een allerongunstigsten toestand verkeert. Deze langs theoretischen weg gevonden gevolgtrekking kan men in de practijk bewaarheid zien in het dalen en golven der bajonetten en het achteroverhellen der manschappen eener salvovuur gevende afdeeling Inlanders. Het moge dan in algemeenen zin waar zijn; dat met gewichts beperking ook beperking der ballistische eigenschappen gepaard gaat, even waar is het, dat een wapen, hoe uitmuntend zijne ballistische gualiteit ook moge zijn, niet aan zijne bestemming beantwoorden kan, als het te zwaar is om bij een eenigszins langdurig gevecht naar behooren op het doel gericht te kunnen worden, te zwaar voor een vlug en behendig gebruik als stootwapen. Het is dus, duidelijk, dat het Indische Leger behoefte heeft aan een ander geweer, dat het tegenwoordige in deugdzaamheid evenaardt of overtreft, maar veel lichter is. En dat het mogelijk is zulk een wapen te construeeren, dat heb ben de Franschen en de Oostenrijkers ons getoond. De geheimzinnige (1) Sommige mogendheden maken hierop eene uitzondering, zooals Rusland, waar het geweer met bajonet slechts 4,7 KGr. weegt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 547