- 547 - Intussehen is de door mij aangenomen afmeting slechts een minimum want vorige beschouwingen hebben reeds tot het besluit geleid, dat liet geweer als stootwapen zoo lang moet worden gemaakt als moge lijk is, zonder de grenzen te overschrijden, ten opzichte van het wapengewicht en de ligging van het zwaartepunt bepaald. Geraakt men op die wijze tot een bajonetkling van meer dan 2 dlf. lengte, dan zal het bovenbedoeld aanbrengen van een thvarsstaafje noodzakelijk zijn en zal de kling meer buitenwaarts van den loop geplaatst moeten worden om het richten op zeer grooten afstand mogelijk te maken. Een noodzakelijk kwaad is de benedenwaartsche kromming van het achtereind der lade. Noodzakelijk, omdat anderszonder buiten sporig hooge richtmiddelenhet richten niet mogelijk zou zijnen een kwaad omdat de lade, wegens het doorsnijden van een deel der overlangsche houtvezels, ter plaatse van de kromming zwakker wordt. De krommingshoek zou met het oog op deze laatste omstandigheid zoo groot mogelijk genomen moeten worden. Wolozkoi stelt daaren tegen voor om de kolf zoo sterk mogelijk te krommen en daardoor de neiging tot te hoog schieten tegea te gaan. Deze opmerking verdient wel overwogen te worden, te meer, omdat het versterken van de buiging der lade door middel van metalen beslagdeelenof wel door de aanwending van een kast.vormig staartstuk zeer goed mogelijk is. Het gedeelte der voorladedat bij het laden en vuren met de linkerhand omvat moet worden, is dikwerf, vooral bjj ons geweer, veel te dundit kan een onwillekeurig aanraken van den vooral bij een repeteergeweer zeer heeten loop ten gevolge hebben, waar door de manschappen de vingers branden en staking of verslapping van het vuur intreedt; dit aanraken van den loop kan men gedu rende de schietoefening dikwerf opmerkenmeermalen zelfs ziet de man zich gedwongen om den loop met den duim te omvatten om de noodige kracht te kunnen zetten bjj het openen van den klem menden grendel. Wil men hiertegen inbrengendat zulke fouten door eene strenge discipline en goede geoefendheid voorkomen kunnen wordendan zal

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 558