549 constructie-afwijkingen vloeien voornamelijk voorr uit verschillen in de geleiding en in het arrêteeren van het sluitstuk, in bevestiging van afsluiter en parroontrekker en in werking van den zekerheidstoe stel; voorts uit de omstandigheid, dat de slagpin (of vork) bij het eene type door een spiraal, bij het andere door een slagveer gedreven wordt en eindelijk uit andere details, die ik buiten beschouwing laat. Bij de boutsluiting wordt het sluitstuk zonder draaiing recht voor- of achterwaarts verschoven. Men heeft haar reeds vroeger, o. a. bij het Winchester, toegepast en later bij de geweren van kleiner kaliber, Lebel en Mannlicher; bij het eerstbedoeld type wordt de beweging van het sluitstuk door het open of dichtslaan van den beugel voort gebracht, bij de beide laatsten door het trekken aan of duwen tegen een knop, die aan het achtereinde van het sluitstuk bevestigd is en er veel toe bijdraagt, om het geheel het aanzien van een grendel te ge ven, zoodat men deze stelsels ook wel tot de rechte grendelsluiting rekent. De voor- en nadeelen der verschillende grendel- en scharnier- types vindt men o. a. aangegeven in „Hanckar, Hedendaagsche hand vuurwapenen" en zal ik hier niet herhalen. Alleen wensch ik op te merken dat eene goede grendelsluiting boven eene goede scharnier - sluiting uitmunt door eenvoud en duurzaamheid; zij is gemakkelijker uiteen te nemen en te reiuigen, wordt niet zoo spoedig ongangbaar door zand, stof of roest; zij vordert geenerlei hulp bij het schuiven der patroon in de kamer en het verwijderen der huls na het schot is beter verzekerd; daarentegen heeft zij eene grootere lengte, hetgeen oorzaak kan zijn van eene minder wenschelijke beperking van de loopslengte of van eene vergrooting der lengte van het wapenmaar het is juist deze groote lengte, die haar bijzonder geschikt maakt voor een repeteergeweer, waar zij, zooals men weet, de uit het ma gazijn tredende lange patroon in den regel door een lang gat in den bak achter de kamer moet worden geduwd. Het is eene waarheid, dat vele grendelsluitingen groote krachts inspanning van den man vorderen, maar ook zijn ero. a. de Zwit- sersche waarbij men met zeer weinig krachtsaanwending kan volstaan. (1). Bovendien heeft men de laatste zoodanig weten te 1) Buiten beschouwing gelaten de krachtsinspanning, tot het in beweging stellen van het repeteermechanisme vereischt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 560