552 den voorkant der gleuf van den afsluiter tegen de binnen het staart stuk uitstekende nok. Bij het naar voren brengen van het sluitstuk, kan de geleider wederom in den afsluiter schuiven, zoodra het scharnierend blok de metaalverhooging l is gepasseerd. De staart des haans echter wordt door de trekkerveernok f tegengehouden, zoodat de slagveer gespannen blijft. Drukt men tegen den trekker, dan gaat de laatstbedoelde nok naar beneden en de haan komt vrij. Wil men niet vuren, dan kan men den haan tegenhouden door middel van een tegen den lin kerwand des staartstuks bevestigden pal (die in de schets evenwel niet zichtbaar is). De ledige hulzen worden uitgeworpen tengevolge van den binnen- waartschen stand van den patroontrekker. Zij krijgen hierdoor bij het openen van den grendel een excentrischen stand ten opzichte van het voorvlak van den afsluiter, waardoor zij met den rand tegen den binnenwand van het staartstuk schuren en, als een gevolg van de plaatsing van den patroontrekker aan de rechter zijde van den afsluiter, naar rechts zullen springen. Yan dezen sluittoestel zeggen H. en B. in den Militairen Spectator: „Het is niet voldoende voor ons uitgemaakt, of bij de rechte gren- „delsluiting, waarbij de huls, vóór het terugtrekken van den grendel, niet eerst door eene hefboombeweging, als bij de rechtsche grendel- sluiting, wordt losgemaakt, het niet veelvuldig zal voorkomen, dat de „grendel niet altijd even gemakkelijk open gaat, als de huls eenigs- „zins klemt. De oplossing van deze laatste quaestie neemt in belang rijkheid toe bij het toepassen van dit stelsel op een kleiner-kaliber- „geweer, waarbij, door het opvoeren van de ballistische eigenschappen, „de gasdrukken worden verhoogd, dus het klemmen der hulzen ver meerdert". Mocht deze opmerking van H. en B. gegrond blijken, dan zou daardoor het bijna ongelooflijk bewijs zijn geleverd, dat de Oosten- rijksche Regeering, vermoedelijk in gevolge advies der commissie van proefneming, een modern sluitmechanisme heeft aanvaard, dat ver beneden de grendelsluitingen van ouder type staat. Dit acht ik zóó onwaarschijnlijk, dat ik veeleer geneigd ben te ver onderstellen, dat men, door verbeterde constructie van het loop- en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 563