555
door middel van een scharnier verbonden is aan den hefboom g.
Deze laatste is van voren tot beugel omgebogen en met zijn voor
einde scharniersgewijze verbonden aan een in den sluittoestel gelegen
hefboom, door wiens wenteling de loop geopend en gesloten kan
worden, gaande het openen gepaard met het spannen van den haan.
De reeds genoemde veer C steunt van voren tegen het metalen sluit
stuk f en van achteren tegen den voorkant der buis a. Op den kop
el is eene vorkvormige verhooging aangebracht, waarin een klein rol
letje om eene spil draaibaar isbij de voor- of achterwaartsche ver
plaatsing van den bout e beweegt de evenbedoelde verhooging zich
in overlangsche sleuven, die van boven in de beide buizen aanwezig zijn.
In eene andere, hooger in de kolf gelegene holte ontwaart men den
scharniersgewijze aan de kolf verbonden pal l, de veer m en de nok
kterwijl ook het juist genoemde rolletje in die holte te voorschijn
treedt.
Pig. 12 stelt het tot vuren gereed geweer voor. Gaat het schot
af, dan beweegt het geweer zich naar achteren tot het tegen de kolf
plaat stuit. Door het daarmede gepaard gaande in elkaar schuiven der
beide buizen worden nu de beide spiraalveeren gespannen, terwijl de
pal met zijne voorste insnijding de nok k grijpt en door de veer m
in dien stand vastgehouden wordt. Hierdoor komt het mechanisme
in den door figuur ld voorgestelden toestand. Eerst ivanneer de veer
B op deze wijze volkomen gespannen is, heeft zij kracht genoeg om
den bout e en den hefboom g vooruit te drukken en den weerstand
van den sluittoestelhefboom te overwinnen, tengevolge waarvan de
loop geopend en de haan gespannen wordt en het mechanisme den
toestand van lig. 14 intreedt. Het rolletje, dat tegelijk met den bout
naar voren gaat, beweegt zich langs den schuinen onderkant van den
pal, duwt dezen ten slotte omhoog en maakt hem aldus vrij van
de nok, waarop de kolfplaat, door den druk van spiraalveer
C, snel achteruitgaat en weer op de in fig. 12 aangegeven plaats
terugkomt.
Bij het openen van den loop wordt tevens de repeteer toestel in wer
king gebracht en treedt eene patroon uit het in de voorlade gelegen
magazijn te voorschijn, die, bij het daarop volgend sluiten van den
loop, in de kamer wordt geduwd.