4 560 der kolfmagazijngeweren zoodanig samen te stellen, dat de werking voldoende gewaarborgd blijft. Thans wil ik er toe overgaan, eene vergelijkiug te maken tusschen de beide hoofdgroepen, namelijk 1 en 8, die men tegenwoordig bij de Europeesche legers aantreft. Van de eerste vindt men in den vorigen jaargang van dit tijd schrift een type beschreven en geschetst door den kapitein van den Generalen staf De Neve. Tot de achtste behoort o. a. het type Mannlicher, dat in Oostenrijk aangenomen en in Nederland in beproe ving is en waarvan ik hier eene beschrijving met schetsen (zie fig. 1, 2, 3, 4 en 5) laat volgen. Het magazijn M is met den beugel, waarmede het één geheel vormt, door middel van twee schroeven aan de lade en het staartstuk bevestigd; hef heeft van onderen eene opening mn. De aanbrenger bestaat uit den bovenarm p met nok p1 en den onderarm q met steun veer welke laatste de beide door middel van een scharnier aan elkander verbonden armen van elkaar verwij derd houdt. De onderarm kan om de spil r draaien en ondervindt voortdurend den druk van de aanbrengerveer w, die hem naar boven tracht te doen wentelen. In het achterste deel des magazijns is de hefboom v met kop vl op eene spil bevestigd; de veer v2 drukt den kop steeds naar voren het gehakkeld ondereinde van den hefboom steekt buiten den achter kant van het magazijn uit. In fig. 1 is de aanbrenger in zijn hoogsten stand en ligt de boven arm in het langwerpig gat, dat in den onderwand van den bak uit gesneden is; hij vult dat gat slechts gedeeltelijk, omdat hij smaller is dan dit laatste. In dezen' toestand kan, na het openen van den loop, het geweer op de gewone wijze geladen worden. "VVil men gebruik maken van het repeteermechanisme, dan moet men het magazijn met een pakje van 5, door eene patroonhouder z omklemde patronen vullen. Deze weegt 21 Gr. en is van staalplaat aan de boven-, onder- en voorzijde open, terwijl het boven- en ouder einde van den achterwand weggesneden zijn, Pig. 5 stelt den houder van achteren gezien voor en doet uitkomen, dat de zijwanden van boven en van onderen omgebogen zijn. De zijwanden hebben groeven

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 571