567 met drie patronen voldoende zou zijn. Volgens sommigen zal de aanvaller bij het laatste snelvuur, dat den storm voorafgaat, slechts een klein getal patronen noodig hebben, omdat de verdediger van te voren reeds genoegzaam geschokt zal zijn. Ik zal deze meeningen niet onderschrijven, maar al zijn zij juist, dan bewijzen zij toch vol strekt niet, dat een magazijnsvoorraad van drie patronen de meeste aanbeveling verdient. Immers het vullen van het magazijn vordert tijd. en dien tijd kan men dringend behoeven om de leus der tactici „maximum buiten gevecht stellende treffers in minimum tijd" getrouw te zijn. Ook mag men de eischen van het aanvallend gevecht niet als grondslag aannemen bij het bepalen van den magazijnsvoorraad, want het meest en het langdurigst wordt door den verdediger geschoten; voor hem heeft die tactische leus de grootste beteekenis; voor hem werpt een goed vuurwapen de meeste voordeelen af en voor hem is vuursnelheid dus een maximum magazijnsvoorraad een alles be- heerschende factor. In het algemeen kan daarom worden gezegd, dat het wenschelijk zou zijn, den soldaat zijn geheelen patronenvoorraad in zijn geweer te doen bergen. Dewijl de vervulling van dezen wenscli onmogelijk is, wordt men tot engere grenzen beperkt en gedwongen zich tevreden te stellen met het door de practijk aan te wijzen maximum aantal patronen, dat het magazijn zal kunnen bevatten, zonder het totale wapengewicht te groot te maken en zonder de handelbaarheid en de duurzaamheid des wapens te schaden. Een gebrek, dat alle repeteergeweren der hoofdgroepen 1 en 8 aankleeft, is de onmogelijkheid om den magazijnsinhoud gedurende het gevecht vlug te controleeren. Dit euvel zou wellicht opgeheven kunnen worden, door b. v. bij het Mannlicher een buiten het maga zijn uitstekend pinnetje aan den bovenarm van den hefboom te ver binden, dat in een in den linkerzijwand des magazijns ingesneden sleuf op en neer beweegbaar zou moeten zijn. Op den buitenkant van het magazijn zouden dan laqgs die sleuf cijfers gegraveerd moeten worden, in dier voege, dat het door den stand van het pinnetje aan gewezen cijfer, het aantal in het magazijn aanwezige patronen aangaf Deze studie van de hedendaagsche laad- en repeteermechanismen Dl. II, 1888 36

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 578