48 Gedurende de werkzaamheden besloot men ook de buitenzijde te bekleeden zoowel om het werk sterker te maken als om eene hin dernis daar te stellen. Dit geschiedde en het bleek nu, dat de grond tussehen de beide muren geheel overtollig was, zoodat het overig deel der omwalling uit een enkelen steenen muur werd afgewerkt. Waren er voldoende steeuen voorhanden, dan werd later steeds van dergelijke muren gebruik gemaakt, doch bij gebrek aan dit materiaal bezigde men zoden, wat echter veel last veroorzaakte daar de zoden door de hevige regens losgewerkt werden. Dikwijls kan het gebruik van hout aanbeveling verdienen. Men gebruike dus immer, als dit mogelijk is, een muur in stede van een aarden borstwering en waar de noodige materialen niet voorhanden zijn, moet eene goede gracht de hindernis daarstellen. Fkmkverdediging, hoe nuttig ook, is echter niet onontbeerlijk. Zoolang de verdedigers talrijk genoeg zijn de vuurlijn voldoende te bezetten en eene kleine afdeeling voor reserve af te zonderen, moeten zij alle aanvallen des vijands weten af te slaan. Moet de aanvaller zijne handen gebruiken om over de borstwering heen te klimmen, dan is hij nog overgeleverd aan de genade van den verdediger. Er is schrijver geen voorbeeld bekend van een post, die voor een gewonen aanval van een Inlandschen vijand de vlag moest strijken, en het is ook niet aan te nemen dat zoo iets mogelijk is. Op drie noodzakelijke behoeften moet vooral de aandacht gevestigd worden, wil de verdediging met succes bekroond worden, te weten water, munitie en vivres. Zelden zal men eene voldoende hoeveelheid water binnen de ver sterking vinden, doch zoolang de bron niet ver en onder het vuur is, zal dit weinig zorg baren. Er moet echter een bepaalde voor raad in de benting aanwezig zijn. De ondervinding leert dat een Inlandsche vijand zelden of nooit bij machte is eenige sterkte nauw in te sluitenbevindt zich dus de waterbron niet te ver buiten het fort, dan is aanvulling van den voorraad steeds mogelijk. Wat de munitie aangaat, hiervan moet altijd eene groote hoeveel heid binnen het werk aanwezig zijn. Over de levensmiddelen behoeft hier niet te worden gesproken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 57