- 575 ordentelyk eeten kan, en nog tien sts. in geld daar en boven, dat is byna niet mogelyk, vooral wanneer alles even duur is, gelyk zedert eenige jaren. En dewyl het seer nodig is, dat de mensch in dese gewesten spyse genoeg hebbe om zynen maag, al was bet ook maar met enkelde rys, te vullen, om dat de hitte van het land de lichamen matter en slapper maakt dan in de koude, en het veelvuldige drinken van water, dat den gemeenen man hier tot syn drank heeft, in stede dat het bier in Europa nog voedsel geeft, de menschen nog grager en de maag nog lediger maakt, als in andere landen, soo is ook niet onmogelijk, dat het ont- beeren van genoegsame spyse aan de gezondheyd van het gemeen seer nadeelig is, nadermalen het meerder werken of arbeyden van de ge- meene zeevarende, dan de militairen, hier geen onderscheyd geeft, om dat men zelfs siet, dat menschen, die niets doen, egter daarom veel eeten, en ook den dienst van de militie soo ligt niet is, als wel schynt nog die van de zeevaart soo zwaar, als men wel denkt, soo dat men wel rekenen mag, dat, gelyk een soldaat doorgaans syne portie soo wel staat in het eeten als een zeevarende, hy ook even veel als deze nodig heeft om te kunnen zeggen, dat zyn lichaam na behooren gevoed werd met de spyse, waar uyt hy zyne kragten bekomen moet. Dus is het seker, dat de Comp. het gemeene militaire volk iets meer zal moeten toeleggen, als tot hier toe, om dit oogmerk te bereyken, het welke geschieden kan met deselve byna eguaal met de zeevaart te stellen* om alsoo, evenals dese, te geven ryst, cadjang, tammerinde en zuyker, de twee eerste articulen by den bakmeester, de twee laatste by het volk selfs te ontfangen, 5 jg in stede van 2^ <tg zout, alsoo het eene kleynig- heid by de Compe is en by den bakmeester ontfangen werdende om aan het volk daar van te geven zooveel zy gebruyken kunnen, voor hem nog iets maakt wegens het overschot, om dat het zout veelmaals onder de gemeente duur is; voorts 6 <jg zoute vleesch en spek en 6 tg versch vleesch met de tegenwoordige ontoereykende quantiteyt van 3 kannen ter maand of een mutsje arak s'daags, mitsgaders een schelling ter week of 24 sts. swaar geld s'maands voor sak- en tabaksgeld en nog 24 st8. voor den bakmeester, wanneer een gem. militair, het versche vleesch aan besteed werdende en kostende als by de zeevaart, genieten sal als volgt 40 fg rys a 121/2 rds. de coyangf 7: 8 20 n cadjang a 26 rds. de 8: 3 tammerinde3 12 3 zuyker 4: 8 5 zout6

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 586