57S fort had genomen. Een Engelsch legerkorps, in de nabijheid gelegerd, verneemt dit en zendt eene brigade derwaarts, waarop de voorhoede van den vijand eene verdedigende stelling inneemt, waarin zij de brigade afwacht. Dit algemeen denkbeeld is al dadelijk zeer onnatuurlijk. De inneming van eene zoo geducht versterkte plaats als Portsmouth, waar bovendien in oorlogstijd allicht een 25000 man in garnizoen zullen liggen, door een vijandelijke macht, terwijl een Engelsch legerkorps in de nabijheid kalm blijft toekijken, kan moeielijk gezegd worden binnen de grenzen der mogelijkheid te liggen. Als een vijand in Engeland zou willen landen, zou het sterke Portsmouth wel de laatste plaats zijn, die hij daarvoor zou uit zoeken. Aangenomen echter dat hij dit toch doet, dan zou de landing aldaar en het zoo spoedig nemen van het fort zulk eene kolossale over macht vereischen, dat het niet aannemelijk is dat deze op de komst eener enkele brigade eene verdedigende stelling zou innemen. Is de onderstelling dus reeds vreemd, de uitvoering der manoeuvre was nog heel wat erger. De troepen, die de voorhoede der gelande macht voorstelden, beston den uit: 5 bataljons infanterie, 1 eskadron cavalerie, 3 stukken geschut onder generaal Stirling; hij bezette daarmede op last van hoogerhand eene stelling van 1800 yards (1) in front. Ylak voor deze stelling lag een groot park, bestaande uit dicht geboomte en struikgewas, dat een ondoordringbaar scherm opleverde voor een aanvaller, die achter deze gezichtsdekking geheel ongezien de stelling tot binnen 200 a 300 yards kan naderen. Dit geschiedde dan ook. Kolonel French, die de aanvallende troepen, bestaande uit: 4 bataljons infanterie, 1 eskadron cavalerie, 3 stukken geschut, commandeerde, leidde zijne aanvalscolonnes midden door het park en zat generaal Stirlings bataljons plotseling op het lijf, hen beschietende op 100 a 300 yards. Weldra ontstond er nu eene algemeene mêlee. Elke geregelde beweging hield op. Cavalerie, infanterie en artillerie van beide (1) 1 yard 0,914 meter.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 589