49 Verdedigingsmaatregelen Hoewel is aangetoond dat de verschansing noodzakelijk voldoende binnenruimte moet aanbieden voor het plaatsen der tenten, volgt hieruit echter nog niet dat de troepen steeds binnen het fort zullen overnachten. Integendeel, het is voor de gezondheid der manschappen noodig dat zij zooveel mogelijk buiten de enceinte slapen, behalve als door de nabijheid eener aanzienlijke vijandelijke macht een aanval mogelijk is. Overnachten zij buiten, dan dienen schildwachten te worden uitgezet, van wie echter niet die diensten kunnen verwacht worden die veld- wachten verrichten. Zij kunnen slechts „waarnemen doch om „tegen stand te bieden" daartoe zijn zij te zwak. Het gevaar van een onverhoedschen aanval blijft dus bestaan, zoodat steeds in het fort een kleine macht aanwezig dient te zijn. Daar nu de voorposten toch niet bij machte zijn om voldoende tegen stand te bieden, verdient het aanbeveling deze eenvoudig te vormen uit dubbele posten die, als de nood dwingt, voor hunne veiligheid binnen het fort terugtrekken. Stellen wij nu dat zes dubbele posten buiten en twee enkele binnen de versterking noodig zijn, dan krijgt men, met het kader, een troep van 34 man, wat voldoende geacht kan worden om den eersten aanloop eenigszins te breken. In Zoeloeland bezigden wij somtijds groepen van zes man onder een onderofficier. Iedere groep gaf een dubbelen post. De vier overige manschappen lagen onder een tent van dekens in diepe rust, de rondes hadden dikwerf veel moeite de slapenden wakker te krijgen. Dit stelsel was verkeerd; men stelde de slapende manschappen noodeloos bloot aan gevaar. Behalve in het geval dat zulk een post te ver is vooruitgeschoven om van uit het fort behoorlijk te worden ondersteund, is het raad zamer de niet op post staanden binnen het werk te houden. In geval van alarm komen de verdedigers zoo mogelijk buiten het fort dicht bij den ingang onder de wapenen, het kan evenwel gebeuren dat hiertoe de tijd ontbreekt. Waar cavalerie is en deze moet immer een deel van het garnizoen uitmaken zal een onafgebroken patrouilledienst worden onderhouden, Dl. II, 1888 4

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 58