- 73
Ras Menelik, koning van Schoa.
Ras Kassa, hoewel een veel minder sterk leger bezittend dan Ras
Gobesieh, rukte hem zonder aarzelen te gemoet. Den 14en Juli 1871
stonden beide legers, niet ver van Adoea, de hoofdstad vau Tigre,
tegenover elkander. „Nog heden," zegt Raffray, die in 1873 Abessiuië
bezocht „kan men de beenderen daar zien bleeken." Kassa had zijn
kleine macht, ongeveer 12000 man sterk, in het gebergte opgesteld,
terwijl de 60000 man van Gobesieh de vlakte innamen. Toen het
geweervuur geopend werd, konden de etagesgewijze opgestelde troepen
van Kassa allen te gelijk vuren, terwijl van Gobesieh's leger alleen het
eerste gelid van de vuurwapenen gebruik kon maken. Gobesieh,
het nadeel zijner positie inziende, ging tot den stormaanval over, maar
had het ongeluk, terwijl hij zijne troepen voorging, met zijn paard
te storten, waarop de Tigreezen van de kortstondige, hierdoor ont
stane verwarring gebruik maakten om een tegenaanval te doen, waarbij
Gobesieh werd gevangen genomen. De slag werd dientengevolge in
Kassa's voordeel beslist.
Yolgens Raffray had Kassa de menschlievendheid op Gobesieh niet
de gebruikelijke strafoefening toe te passen van hem de oogen uit het
hoofd te doen springen door middel van buskruit, waarmede men de
ooren volstopt en dat men daarna, goed opgestopt, aansteekt. Hij
liet hem alleen met een gloeiend ijzer de oogen uitbranden, deed hem
van zilveren ketenen voorzien en sloot hem te Amba Saloma op
waar hij weldra stierf.
Zonder tijd te verliezen, marcheerde Ras Kassa, die het godsdienstig
gevoel der Abessiniërs kende, naar Aksam, waar hij zich door den
bisschop, namens den patriarch van Alexandrië, tot kouing liet kronen,
keerde daarop terstond naar Debra Tabor (de hoofdplaats) terug, van
waar hij tegen Ras Adal oprukte. Dezen overwon hij, doch gaf hem
zijne macht terug.
Door deze mildheid en grootmoedigheid verwierf hij zich de ge
negenheid van Ras Adal, die tot aan zijn dood in 1887 een der ver
trouwdste vrienden en trouwste aanhangers van koniug Johannes
is gebleven.
Na de overwinning op Ras Adal trok koning Johannes op tegen
Menelik, die zijne opperheerschappij niet wilde erkennen. Na her-