74 haalde gelukkige gevechten dwong hij ook dezen tot onderwerping. Deze opeenvolgende zegepralen maakten den koning evenwel niet hoogmoedig; hij liet zich niet, zooals zijn voorganger, verleiden tot daden van tirannie, maar vatte integendeel het besluit het door anarchie en voortdurende opstanden mishandelde land tot rust te brengen. Toen dan ook in 1875 de Egyptenaren zich gereed maakten Abessinië te veroveren, in de hoop het land in den gewonen toestand van oproer en regeeringloosheid te vinden, stuitten zij integendeel op eene sterke, onder den koning vereenigde macht, die hen, zooals wij daareven zagen, bij Goeda Goedi en Goera op bloedige wijze versloeg. Ka de overwinning verwoestte Johannes te vuur en te zwaard de provincie Hamasen, die onder Ras Mikaël voor de Egyp tenaren partij had getrokken. Koning (of Kegus) Johannes is thans ongeveer 50 jaar oud, weduw naar en bezit slecht één zoon, Ras Area Salassi. Johannes bewoont als alle Abessiniërs eene eenvoudige hut, te velde eene roode tent, gewoonlijk op eene hoogte opgesteld, ten einde voor zijne soldaten goed zichtbaar te zijn. Hij is een voortreffelijk ruiter en zeer ervaren in de behandeling der wapenen. Hoewel hij zich beroemt af te stammen van koning Salomo en de koningin van Scheba, is dit blijkbaar eene dwaling of eene aanma tiging van hem Zijne voorvaderen hebben nimmer een troon be zeten hijzelf heeft zich dien door zijn moed en zijne bekwaamheid veroverd. De laatste in leven zijnde afstammeling van de Salomo- nische dynastie is koning Menelik van Scboa. Johannes is zeer wantrouwend tegen Europeanen, zoowel tegen geestelijken als anderenhij is zelf Koptisch christen en heeft een hekel aan de Christelijke zendelingen. De Zweden, die na 1870 verscheidene missiën in Abessinië begonnen, kunnen daarvan meepra ten zij moesten op bevel van den Kegus hun zendingswerk staken. Ras Aloela. Ras Aloela is thans ongeveer 45 jaren oud. Zijn hoogen rang dankt hij niet aan afkomst uoch aan kuiperijen, maar alleen aan zijne militaire eigenschappen en aan de gunst, die hij zich bij den Kegus wist te verwerven door zijn eenvoudig en rondborstig karakter.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 83