84
1°. dat, wat de hoofdboeken betreft, de administratie naar behooren
gevoerd is
2°. dat echter de nauwkeurigheid der detail-administratie te wen-
schen overlaat, daar door ons verschillende abuizen zijn ontdekt,
welke wij met nog eenige opmerkingen van algemeenen aard, in
eene nota aan het Bestuur kenbaar hebben gemaakt;
3°. dat wij, hoewel eenige dier verschillen invloed hebben op de
cijfers der balans, niettemin geen bezwaar vinden om voor te stellen?
de rekening en verantwoording goed te keuren, in aanmerking nemende
dat de abuizen bij eene zoo omvangrijke en belangrijke administratie
als die van Onderlinge Hulp, geen overwegenden invloed op het
eindcijfer uitoefenen
4°. dat wij bovendien niet voorstellen om in de rekening en ver
antwoording wijziging te brengen, omdat wij niet kunnen verklaren
dat de door ons gevonden verschillen de eenige zijn, welke in de
boekhouding van ondergeschikte orde bestaan, daar het uit den aard
der zaak niet mogelijk is geweest om de geheele administratie tot in
alle details te verifieeren cn een verandering van de rekening dus
niet gezegd kan worden tot het absoluut juiste resultaat te zullen leiden.
Het is echter onze meening dat maatregelen genomen dienen te
worden om te zorgen, dat in den vervolge, ook in de details, de
administratie met de noodige accuratesse worde gevoerd.
Wij hebben mitsdien de eer der vergadering in overweging te geven
a. de rekening en verantwoording over het boekjaar 1887 goed
te keuren;
b. het bestuur der Maatschappij uit te noodigen, om maatregelen
te treffen voor eene zorgvuldige administratie in de detailboeken
Algemeene vergadering.
Op de algemeene vergadering van aandeelhouders, op 25 Juni
1888 gehouden, werd conform de hierboven genoemde conclusiën
sub a en besloten. Het dividend werd bepaald op 7| °/0.
De voorzitter deelde mede dat de stand van zaken zeer gunstig
was en de omzet nog voortdurend toenam; de maandelijksche omzet
was nu laatstelijk gestegen tot ongeveer f 34000.
