286 me toch nog geen juiste bepaling voor de beweging van opmarcheeren evenmin als op pag\ 108 reg. 7 v. b. waar dezelfde uitdrukking voorkomt- Pag. 124 reg. 8 v. b. wordt „tangan" tweemalen gebruikt voorvoorarm en zes regels verder voor band. Nu is tangan wel de benaming voor» hand en voorarm beide; maar het blijft toch voor het kader een moeilijke zaak om uit te maken, wanneer het eene en wanneer het ande re lichaamsdeel bedoeld wordt. Pag. 139 reg. 4 v. o. en pag. 140 reg. 1 en 5 v. b. „melenggangkan" het draaien (der armen), terwijl in 117 datzelfde woord gebruikt wordt voor het slingeren (der armen). Boveugenoemde opmerkingen hebben natuurlijk ook betrekking op de overeenkomstige uitdrukkingen in den Isi Soerat. In het eerste gedeelte van dit schrijven heb ik, voor hetgeen door mij als minder juist werd beschouwd, verbeteringen gegeven en daarbij zooveel mogelijk de wijze van de vertaling van het reglement gevolgd. Overigens vermeen ik dat het beter zou geweest zijn om uitdrukkingen» als: opmarcbeeren en dergelijke onvertaald te laten, daar er in het Ma- leisch toch geen eigenlijke overzettingen voor zijn, en den recruten boven dien geleerd wordt op Hollandsche commando's te werken. 's Gravenhage, Juni 1888. V. Het onderwijs aan de Kon. Militaire Academie te Breda. Het nieuwe wetsontwerp tot regeling van het militair onderwijs in Nederland, dat ook tevens de opleiding van het grootste deel der Indische officieren regelt, is, zooals bekend is, dit jaar nog niet bij de Wetgevende macht in behandeling gekomen. (1) Meer en meer gaan echter stemmen op, die de tegenwoordige regeling van dat onderwijs veroordeelen, als niet moer overeenkomstig de eischen, die thans gesteld moeten worden. Als zeer belangrijk moet in dat opzicht beschouwd worden het oordeel dat onlangs door de commissie van Inspectie over de Koninklijke Militaire Acaderaio is uitgebracht over het onderwijs aan die inrichting. Na de mededeeling, dat de toestand in alle andere opzichten zeer bevredigend is, wordt over het onderwijs het volgende gezegd (1) Wij gaven de voornaamste bepalingen van dat wetsontwerp in No, 5 van dezen jaargang, biz. 584,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 295