MILITAIRE BESCHOUWINGEN VAN DEN GENERAAL MICHIELS. Onder de mannen, die in den loop van deze eeuw in Nederlandsch- Indië hebben blijken gegeven zoo van krijgskundig als van staat kundig doorzicht, bekleedt de generaal Michiels ontegenzeggelijk eene voorname plaats. Bij zijn overlijden, in 1849, verklaarde de Indische- regeeriug, zeer terecht, van hem: „Zelden heeft in Nederlandsch- Indië iemand meer uitgeblonken door dapperheid en roemrijke wapen feiten zelden bezat iemand zoozeer het vertrouwen der troepen, die hij steeds tot overwinning voerde; maar zelden heeft iemand tevens meer schranderheid en doorzicht in daden van burgerlijk bestuur aan den dag gelegd, zoodat het in hem twijfelachtig blijft, of hij meer schitterde door krijgsbeleid, dan uitmuntte door ervaring in de kunsten des vredes." De geschiedenis van Sumatra's "Westkust van 1837—1849 voor zoover die geschiedenis thans bekend geacht kan worden heeft reeds haar zegel gedrukt op die lofspraaken naarmate de bijzonder heden van Michiels bestuur over genoemd gewest meer bekend wor den, zal het blijken dat de regeeriog, in hare waardeering, waarlijk niet te veel heeft gezegd En wij behoeven in dit Tijdschrift niet te herinneren, dat de generaal Michiels, in theorie en in practijk beide, een onzer bekwaamste krijgsoversten is geweest. Hetgeen zulk een man zegt, verdient, ook thans nog, alleszins aangehoord en overwogen te worden. Het is daarom, dat wij een nuttig werk meenen te doen met hier eenige, o. i. belaugrijke beschouwingen van den generaal Michiels mede te deelen. Toen de generaal Von Gagern, naar Indië gezonden om een onder zoek in te stellen naar den toestand der actieve en passieve strijdmid delen, in 1846 Sumatra's Westkust bezocht, bood de generaal Michiels hem eene memorie aan, „over de samenstelling der militaire macht Dl. II, 1888. 19

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 302