OVER HET KEUREN EN BKREIDEN VAN KOFFIE, (l) De eerste alinea van art. 8 der Algemeene voorwaarden voor de levering van levensmiddelen ten behoeve van het D. v. O. (algem. order N°. 58 van 1886) schrijft voor, dat „alle artikelen moeten zijn goed en meer bepaaldelijk van nader omschreven hoedanigheid en soort." Ten aanzien van het artikel „koffie" is bepaald, dat het moet zijn droge, gezuiverde soort. Wanneer de koffie aan deze eischen voldoet, is de aannemer ge heel vrij in de keuze der soort, die hij leveren wil; en dit keuren wij goed, want het zou inderdaad monnikenwerk zijn de tallooze soor ten van koffie, die uit verschillende landstreken door onderscheidene ondernemingen in den handel worden gebracht, in de leveringsvoor waarden op te sommen. De meeste koffiesoorten worden naar de plaats van herkomst ge noemd. Klimaat en bodem oefenen een grooten invloed op de soor ten en variëteiten uit, maar ook de bereiding draagt daartoe veel bij, zoodat het begrijpelijk zal zijn, dat niet alle koffie van dezelfde landstreek ook van dezelfde hoedanigheid behoeft te zijn. De kapitein C. J. van Temmen (2) geeft behalve eenige ove rigens goede kenmerken omtrent het keuren van koffie eene korte beschrijving van eenige hoofdsoorten en zegt: dat met die specificatie het niet moeilijk zal vallen de soort der koffie eenigszins bij be nadering te bepalen. Er behoort evenwel eene meerdere ervaring toe, dan waarover onze keurders van levensmiddelen, over het algemeen, te beschikken heb- (1) Zie opstel „koffie" van den oud-Hoofdinspecteur der cultures K. W. van Go-- kom en de artikelen „koffie", voorkomende in het Nederl. Handelsmagazijn en het Tech nologisch woordenboek van Dr. K. Karmarseh en Prof. Fr. Heeren. (2) I. M. '1'. 1886, No. 7.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 348