MEDEDEEL ÏNGEN OMTRENT LEGERS EN VLOTEN BUITEN EUROPA. De Abessinische strijdkrachten en hare aanvoerders. De zonderlinge afloop der Italiaansche expeditie in Abessinië, waar eene belangrijke expeditionnaire troepenmacht, na ontscheept en eenigen tijd aan de kust gelegerd te zijn, zich zonder het bloedig échec van Saati te hebben gewroken, ja zelfs zonder met den vijand in aanraking te zijn geweest, weder grootendeels inscheept en een klein korps in eene soort van geconcentreerde stelling achterlaat, heeft menigeen teleurgesteld. Niet dat nu juist de Italiaansche zaak zooveel sympathie vond, want niemand begreep eigenlijk recht wat Italië met zijne volstrekt niet geprovoceerde invallen in een der meest verschroeide en onher bergzame streken van Af rika voorhad, maar men had hier weer eens te doen met eene groote, met alle nieuwerwetsche hulpmiddelen toe geruste expeditie en wij militairen zagen met eenige nieuwsgierigheid den uitslag tegemoet van de proefnemingen met de Westersche nieuwtjes van luchtballons, postduiven, vervoerbare stalen versterkingen, landtorpedo's en dergelijke bij eene aanvallende onderneming in een woest en extra-tropisch land. Maar „es hat nicht sollen sein" en daarom, nu wij van de Italiaansche speciale korpsen niets zouden kunnen mededeelen, dan hoogstens eene niet in de practijk beproefde organisatie, wenden wij ons tot hunne tegenstanders en zullen hieronder een en ander vermelden over de Abessinische strijdkrachten en de voornaamste aanvoerders daarvan. Den naam van leger verdienen die strijdkrachten niet. Hoewel de bevolking strijdlustig en krijgshaftig is en de kaste der krijgslieden een groot aanzien bezit, zijn er toch geen noemenswaardig sterke troepen voortdurend als staand leger op de been. In Abessinië is iedereen soldaat en volgt zijn opperhoofd in den oorlog zoolang die

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 77