112
heid meer, de buitenwachten van onze versterkte posten werden door
roovers overvallen, en eindelijk werd (3 Maart 1849) een moordaanslag
gepleegd tegen den civielen en militairen commandant te Tebing
tinggi, die daaraan slechts ontkwam door de tegenwoordigheid van
geest van den aanwezigen officier van gezondheid. Een en ander
deed de vrees ontstaan dat de belangen van Palembang voor de
Balische aangelegenheden te zeer op den achtergrond werden ge
schoven; en de Gouverneur-Generaal besloot derhalve om Zr. Ms.
korvet Boreasin de Balische wateren niet noodig, naar Palembang
te doen stevenen, vertrouwende dat de onverwachte aankomst van dat
schip een goeden indruk zoude maken en dat daardoor zouden ver
meerderen de middelen van bedwang, waarvan de aanwending door
omstandigheden geboden en door den resident noodzakelijk geacht
mocht worden.(1)
De Gouverneur-Generaal schreef hieromtrent bij kabinetsbrief van
18 April 1849 N°. 97 aan den resident:
„De Inlandsc'ne bevolking en hare hoofden zullen ontwaren, dat
alle onze strijdkrachten niet in de wateren van Bali vereenigd zijn.
„De hoofdplaats Palembang zal door de tegenwoordigheid van
dien bodem in ontzag worden gehouden. Daardoor wordt u in de
mogelijkheid gebracht om, mocht het dringend noodig zijn, eenig
gedeelte van het garnizoen te mobiliseeren.
„De kapitein ter zee Hu ijs (commandant van de Boreaszal
voorzeker in alles medewerken wat strekken kan om het beoogde
doel te bereiken, zooals b. v. het landen van de marinesoldaten om
het fort te bezetten of zelfsbijaldien eene expeditie te water on
vermijdelijk is, om er dan eenige goede matrozen bij te voegen.
„Dit een en ander is echter afhankelijk van omstandigheden, welke
uitsluitend moeten verblijven ter beoordeeling en beslissing van dien
scheepsbevelhebbermoetende niet dan in een hoogst dringend geval
en niet dan met volle goedkeuring van hem worden overgegaan tot
het ontschepen van matrozen, vermits het mij bekend is dat zulks
in strijd zoude zjjn met de inzichten van den vice-admiraal, com
mandant van Zr. Ms. zeemacht in Oost-Indië.
(1) Missive van den Gouverneur-Generaal aan den Minister Yan Koloniën, dd.
25 Mei 1850, N°. 847/4.