HET NIEUWE EXERCITIE REGLEMENT VOOR DE DU1TSCHE INFANTERIE. Terwijl het Duitsche leger na de oorlogen van 1866 en 1870 71 zich op bijna elk gebied onderscheidde door een gestadigen vooruit gang, bleef het ten opzichte van de herziening van zijn reglementen langen tijd een hoogst conservatieve houding aannemen. Het exercitiereglement van de infanterie van de 250n Februari 1847 zag op den 1™ Maart 1876 een nieuwen en verbeterden druk verschijnen, doch bleef, als wij ons ten minste niet vergissen, sedert laatstgenoemden datum onveranderd. Terwijl andere legers zich, vooral in de laatste jaren, onophoudelijk bezighielden met het omwerken, aanvullen en herzien hunner infan- teriereglementen, zag Duitschland die beweging rusiig aan, zonder zich door die juist niet altijd even verkwikkelijke beroering te doen medeslepen. Dat deze rust geen uitvloeisel was van de overtuiging der voor treffelijkheid zijner voorschriften, is onzen lezers zeker wel bekend evenals de omstandigheid, dat Duitschland de noodzakelijkheid tot de herziening zijner infanterie-exercitiereglementen evengoed voelde als andere staten, doch tijdens het leven van den grijzen keizer Wilhelm aan dien wensch geen uiting vermocht te geveu. Toen de oude vorst overleden en door zijn zoon Friedrich III op gevolgd was, werden de handen dadelijk aan het werk geslagen, met het gevolg, dat reeds spoedig daarna aan het gardekorps en het Ye armee-korps een concept-reglement ter beproeving werd gegeven. Den 7en Augustus jl. inspecteerde de inmiddels opgetreden keizer Wilhelm II een der bataljons garde-grenadiers, dat volgens het nieuwe ontworpen voorschrift was geoefend; een onderzoek, dat blijkbaar uiterst bevredigende uitkomsten moet hebben gehad, aangezien in het Armeiv-Yerordnungsblatt yan 9 September d. a. v. een Keizerlijk' Dl. I, 1889. 1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 12