117 op duurzame bezetting van uitgestrekte en schaars bevolkte binnen landen te vestigen uit een financieel oogpunt zal het uitzenden van militaire expeditiën tot het innen van achterstallige landrenten we^ niet voordeelig zijn. Op U (de Resident) rust de verantwoordelijkheid om, overeenkomstig de U medegedeelde beschouwingen te handelen en een staat van zaken en van vijandelijkheden te doen eindigem zoodanig als niet bestond vóórdat het beheer vau Palembang in uwe handen was gesteld. Nadat inmiddels nog een tocht naar Moelak Oeloe en Te- bing tinggi was volbracht, antwoordde Steinmetz, in Maart 1850, dat de troepen nu naar Java konden terugkeeren, met uit zondering der tijdelijke detachementen, welke te Batoe Radja (aan de Ogan) en te Moeara üoea (in Komering Oeloe) achtergelaten waren; maar dat het om verschillende redenen goed was geweest, indien de troepen nog hadden kunnen blijven, althans zoolang datna afloop van den regenmoesson nog eene tournée gedaan was door Amp at lawang en terug over Redjang, Moeara Bliti, enz. Het Militair Departement, ter zake gehoord, adviseerde (17 Maart) dat, indien het minder geraden mocht worden geacht, zich omtrent de voortdurende bezetting van beide genoemde posten te verlaten op den resident, een Gouvernementscommissaris den stand van zaken zou kunnen onderzoeken. Tot de zending van eenen Gouvermentscommissaris had de Gou verneur-Generaal intusschen reeds het plan opgevat. Toen hem, in Februari 1850, de tijding gewerd van den bovenbedoelden tocht naar Moelak Oeloe, omdat de bevolking daar ons gezag miskende en de betaling van landrente weigerde, schreef hij (dd. 19 Februari 1850 N°. 35 kabinet) aan den Raad van Indië: „Een zoodanig oorlog voeren is doelloos en kan jniet leiden tot eenig resultaatzoolang niet de oorzaken van den tegenstand tegen ons gezag zijn uit den weg geruimd; de Nederlandsche strijdkrachten worden op die wijze ver spild, zonder overwegend uut." Hij gaf den Raad daarom in overwe ging om „indien met de volgende post geen bericht werd ontvangen Van het ophouden der strooptochten te Palembang en van den terugkeer naar Batavia van de derwaarts tot versterking gezonden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 130