119 a. het geheim besluit van 15 December 1845 La. A 3, houdende machtiging op den resident van Palembang om de heffing der zooge naamde landrenten wederom in te voeren in het district Amp at la wang en aldaar eene beuteng op te richten; b. het besluit van 30 Maart 1846 N°. R houdende verandering in de formatie van het te P a le m b a n g bescheiden Europeesch per soneel, en indienststelling van eenen controleur der le en een der 2e klasse in de afdeeling Tebing tinggi, en deswege dienen van consideratiën en advies. Art. 5. Hij zal onderzoeken, of verandering behoort te worden ge bracht in: a. het voor Palembang bestaande Reglement op de administratie der politie enz., verhandeld bij het besluit van 23 Maart 1825 N°. 11. b. de Instructie voor de divisiehoofden onder Palembang, laat stelijk vastgesteld bij het besluit van 30 September 1854; of in stand gehouden moet worden de door den tegenwoordigen resident gemaakte regeling dat de divisiehoofdenniet-alleen brief wisseling houden met den rijksbestierder, maar ook met den resident, uitgenomen die van de divisie OganOeloe enKomeringOeloe, waar de controleur, belast met het civiel gezag, met den resident briefwisseling houdt; of bij voortduring aan de divisiehoofden eene vestiging buiten hunne divisiën, ter hoofdplaats Palembang, voor korteren oflan- geren tijd in den regel kan worden toegestaan, en omtrent deze vier punten gezamenlijk dienen van consideratiën en advies. Art. 6. Hij zal onderzoeken, of de tegenwoordige resident van Palembang, C. P. C. Steinmetz, ter goeder trouw opgevolgd heeft de bevelen, opmerkingen en wenken, hem gegeven, gedaan en mede gedeeld, en deswege berichten opdat bij de regeering met kennis van zaken kan worden beslist, of het beheer der residentie Palembang aan den ambtenaar C P. C. Steinmetz kan toevertrouwd blijven. Art. 7. Hij zal onderzoeken, of de rijksbestierder van Palem bang, dan wel eenig ander lid der aristocratie aldaar, door daden of anderszins mocht hebben teweeggebracht een stand van zaken, welke eenigen maatregel tegen hen mocht hebben onvermijdelijk ge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 132