besluit is opgenomen, waarbij het nieuwe exercitieroglement voor de
infanterie definitief werd ingevoerd.
De geschiedenis van de indienststelling van bedoeld voorschrift mag
dus kort en eenvoudig heeten, zoo kort, dat het vermoeden voor de
hand ligt, dat reeds tijdens het leven van keizer Wilhelm I het
concept-reglement in portefeuille zoo goed als voltooid was en dus
onmiddellijk of kort na het verscheiden van dien doorluchtigen vorst
met de beproeving een aanvang kon worden gemaakt.
Leggen wjj het oude en het nieuwe exercitiereglement naast elk
ander, dan valt het ons al spoedig op, dat met verscheidene traditiën,
die vooral in het Duitsche leger zich in zoo hooge mate deden gelden,
is gebroken en met één sprong de afstand is herwonnen, welke Duitsch-
land de laatste jaren scheidde van andere landen, die reeds vroeger
de herziening hunner reglementen hadden ter harte genomen.
Reeds punt 1 van de „Inleiding "brengt ons op de hoogte van
het standpunt, waarop de samenstellers zicb bij het volbrengen van
hun taak geplaatst hebben. Wel is de stelling, dat alle oefeningen
op den oorlog moeten berekend zijn en alleen daaraan hare waarde
ontleenen, niet nieuw, doch, in den aanvang van het exercitieregle
ment nadrukkelijk vooropgesteld, geeft zij ons den indruk, dat
het geheele voorschrift met die waarheid zal rekening houden en
alle onnoodige bewegingen, vormen en evolutiën zal weten te
vermijden.
Zonder onze bespreking vooruit te loopen, gelooven wij, dat een
ieder bij de bestudeering van het nieuwe Duitsche reglement dien
aanvankelijk opgevatten indruk zal bevestigd vinden en, evenals wij,
zal getroffen worden door den grooten eenvoud en de duidelijkheid, die
in het geheele voorschrift vallen op te merken
Te beginnen met den compagnieschef is ieder troepencommandant
verantwoordelijk voor de oefening van de door hem aangevoerde af-
deeling, een taak, die hem verlicht en aangenaam gemaakt wordt
door de bepaling, dat hij niet meer dan hoogst noodzakelijk in de
keuze zijner middelen mag beperkt worden.
Ook in Duitschland wordt dus de deugdelijkheid van het stelsel
erkend, waarin wij ons in Indië sedert, de invoering onzer nieuwe
reglementen mogen verblijden, doch omtrent welks doelmatigheid,