129 zijne eigene denkbeelden te hebben laten terugbrengen; en tevens was de overtuiging verkregen dat zonder eene aanzienlijke machts ontwikkeling, waarschijnlijk gedurende langeren tijd, aan die vesti ging, immers vooralsnog, niet te denken viel. „Zonder voorbij te zien de onvolkomenheden, welke thans in het bestuur van Palembang bestaan en zonder het denkbeeld te ver werpen, eenmaal tot eene hervorming daarvan over te gaan, meende het Indisch bestuur dat bij de vele verwikkelingen, welke op enkele punten bestonden, het oogeublik niet geschikt was om daartoe over te gaan." Mitsdien werd, bij Gouv. besluit van 25 Mei 1850 N°. 4, de resi dent Steinmetz „eervol ontheven van de verdere vervulling zijner betrekking", en de luitenant-kolonel der artillerie A. Me is belast met de tijdelijke waarneming der betrekking van resident van P a- 1 era bang en van militairen commandant aldaar, vermits de Regee ring „eene vereeniging van de burgerlijke en militaire machten in de residentie Palembang wenschelijk achtte." Steinmetz werd bij besluit van 6 Februari 1851 H°. 1 be noemd tot resident der Preanger Regentschappen. Alvorens nu den lezer mede te deelen, tot welke gevolgtrekkingen de luitenant-kolonel Meis kwam, toen deze gedurende eenige maanden het bestuur had gevoerd, zullen wij, in het volgende hoofdstuk, de militaire operatiën beschrijven, welke onder het bestuur van Stein metz plaats hadden. Om den gang van ons verhaal niet testoren, maakten wij tot dusver van die operatiën slechts met een enkel woord melding; evenwel zijn zij, ook met het oog op de latere ge beurtenissen, van genoeg belang om afzonderlijk en meer uitvoerig verhaald te worden. Wordt venolgcl.) E. B. Kielstra. Dl. I, 1889 9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 142