EENIGE OPMERKINGEN OVER ONS TOEKOMSTIG INFANTERIE-GEWEER. Als slotwoord vau de opmerkingen, in den vorigen jaargang van dit tijdschrift onder bovenstaand opschrift verschenen, en waarin ge concludeerd werd tot de hoofdeischen van het toekomstig vuurwapen onzer Indische Infanterie, laat ik hieronder nog eeuige korte be schouwingen volgen over de onderdeelen die. na het geweerstelsel zelf, het meest in aanmerking komen, nl. de richtmiddelende aftrek en de munitie. De richtmiddelen. De benaming standvizier is afkomstig van de ouderwetsche wapenen, die een vast vizier hadden met ééne keep. Toen later het gebruik van verschillende vizierhoogten wenschelijk bleek, kwam het be weegbare vizier in zwang, zonder dat daarom het vaste vervieldit laatste bleef voor het richten op kleinen afstand bestemd. Bij vele nieuwere geweren, zooals het Zwitsersche Vetterli, het Fransche Gras-Kropatschek en het Zweedsche Jarmann, worden echter geen vaste vizieren meer aangetroffen. De „benaming" stand vizier is niettemin blijven bestaan; men bedoelt daarmede het vizier in zijn laagsten stand of wel zoodanig gesteld, dat de soldaat het Der wunde Punkt fast aller heutigen In- fanterie-Gewehre ist die ausserst un- kriegsgemasse Beschaffenheit des Yisïrs, von dessen Einfacliheit und leichter Hand- habung docli in so hohem Maasse die Feuerkraft der Infanterie abhangig ist. (1) (1) Uit: Das Gewehr der Gegenwart und Zukuuft.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 143