132
1°. Als sub 2 van de eerste soort.
2°. Als sub 3 van de eerste soort.
3°. Bg het gebruik der trappen, als sub d van de tweede soort.
Dat zooals velen beweren het controleeren der vizierhoogten bij
de eerste soort gemakkelijker is dan bij de tweede, wordt door mij
niet ingezien.
De Duitsche en Fransche vuurleiaers zullen wel zoo verstandig
zijn om de vizieren niet gedurende het richten te controleerenmaar
vóórdat de man het geweer in den aanslag brengt. Dit controleeren
zou de vuursnelheid te veel benadeelen en in het werkelijk gevecht
ook ondoenlijk zijn, als elk vuurleider de vizieren van alle zijne
manschappen moest nazien. De vuurleider zal zich er toe moeten
bepalen, nu en dan de vizierstelling van één der manschappen in
oogenschouw te nemen. Om dit nauwkeurig te doen, zal hij het
geweer zelf in handen moeten nemen of althans den man moeten
bevelen, het geweer zoo te houden, dat hij de op de klep gegraveer
de cijfers lezen kan.
Deze wijze van controleeren is naar mijne meening de eenige prac-
tisch uitvoerbare en kan bij het boogklepvizier evengoed toegepast
worden als bij alle andere soorten, zoodat het sub d genoemd nadeel
vervalt. Dat ook de overige nadeelen der tweede soort opgeheven
kunnen worden, kan uit de volgende beschrijving van het Zwitsersche
vizier (1) blijken.
Het vizier bestaat uit
1°. De twee vleugels met verbindstuk (fig. 15).
De smalle ondereinden der vleugels en het daartusschen gelegen
verbindstuk nemen naar onderen in breedte toe en passen in de
gleuf van het boven op den loop gelegen en daarmede uit één stuk
gegoten zadel a. Deze zwaluwstaartbevestiging biedt de gelegenheid
aan om het vizier zijwaarts te verschuiven. De korrel van het
Vetterli-geweer is vastbij het inschieten kan het vizier, zoo noodig,
verschoven worden, waarna het met do schroef b wordt vastgezet.
In eiken vleugel is een gat tot doorlating van de vizierschroefop
den linkervleugel is eene verdeeling aangebrachthet boven de streep
(1) De schetsen zijn naar een ter Militaire School aanwezig model genomen; zij
komen voor op plaat II, gevoegd bij de December-aflevering 1888 van dit tijdschrift.