vreemd genoeg, sommige militaire schrijvers in Nederland het altijd
nog maar niet kunnen eens worden.
Overigens vinden wij in punt 4 van de „Inleiding" voorschriften
omtrent het streven naar afwisseling bij het houden van exercitiën,
die in hoofdzaak overeenkomen met den inhoud van 10 van den
„Grondslag van het Onderricht" en 5 van de Inleiding onzer Re-
crutenschool, terwijl de aanbeveling, om de troepen in verschillende
terreinen te oefenen en nu en dan exercitiën te houden met afdee-
lingen op oorlogssterkte, in het Duitsche eveumiu als iu ous reglement
ontbreken.
Ten slotte nog de opmerking, dat in punt 7 van de Inleiding van
het Duitsche voorschrift gewezen wordt op de groote waarde van flink
uitgesproken commando's en, krachtiger dan iu ons reglement, do
gevolgen worden aangeduid van een „schlaffe Kommandoaussprache".
In „die Schule" begint men, evenals in de Ist8 afdeeling van onze
Recrutenschool, den man te oefenen in de bewegingen zonder geweer
al spoedig echter bespeurt men in de volgorde van de oefeningen
belangrijke afwijkingen van .die van het vroegere Duitsche reglement
en van ons exercitievoorschrift.
Nadat de soldaat toch geleerd heeft, in de positie te staan en op
deplaats te rusten, wordt onmiddellijk overgegaan tot den marsch.
De lengte van den gewonen pas bedraagt evenals iu't vorige regle
ment 80 cM. de snelheid is van 112 op 114 passen in de minuut
gebracht.
Deze versnelling zal ongetwijfeld haar ontstaan te danken hebben
aan nauwgezette proefnemingenons komt het evenwel voor, dat de
Duitsche, en daarom zeker onze gewone pas voor een marsch
van eenige uitgestrektheid en in dikwerf moeielijke terreinen, te
snel is.
Een lengte van 80 cM. is voor Europeanen niet te lang, doch kan
natuurlijk bij ons niet worden aangenomen.
Verder vinden wij in 't nieuwe Duitsche reglement den verkorten pas,
die ookin het thans vervallen voorschrift voorkwam, waderopgenomen.
Deze pas doet ongeveer denzelfden dienst als ons markeereu van den
pas; de Duitschers schijnen een korten pas, waarmede men, zij het