139
Het gewicht en de samenstelling der patroon.
a. Met betrekking tot de vunrsnelheid.
Om zoowel bij den man als in den gevecbtstrein den grootst
mogelijken patronenvoorraad te kunnen bergen, en opdat het repe
teergeweer eene minimum zwaarte hebbe, moet het gewicht der pa
troon zoo klein mogelijk zijn.
De omvang en bijgevolg het gewicht van het repet.eermagazija en
van alle tot munitieberging dienende voorwerpen zijn afhankelijk
van de afmetingen der patroon, die dus tot een minimum beperkt
moeten worden.
Bij de metalen eenheidspatronen neemt het gewicht der zooge
naamde „doode" deelen in hoofdzaak de huls eene voorname
plaats in. Bij de geweren van 11 mM. kaliber bedraagt het huls
gewicht, bij eene lading van 5 a 5,5 Gr., 12,4 a 12,9 Gr., dat is
dus t3t van het patroongewicht ongeveer. In deze omstandigheid is
de oorzaak gelegen van de pogingen, die men telkens aanwendt, om
een lichter hulsmateriaal te vinden. Zelfs werden nog niet lang ge
leden in Duitschland proeven genomen met papieren huizen, die
echter slecht afliepen. Het is niet overbodig eens te herinneren aan
het geringe gewicht der hulzen met randontstekinghet bedraagt:
In Denemarken, kaliber 11,44, lading 3,9 Gr,, hulsgewicht 5,5 Gr.
In Noorwegen, 12,17, 4,09 6,6
In Zweden, 12,17, 4,25 6,6
In Zwitserland, 10,40, 3,70 6
Doordien de rand dezer hulzen hol is en zij het slaghoedje, het
aanbeeldje en den steundop missen, kunnen zij niet alleen lichter
zijn, maar, door de afwezigheid van den steundop, ook eene grootere
inwendige ruimte hebben. De bekende nadeelen dezer ontstekings-
wijze maken het, helaas!, onmogelijk om van hare, vooral voor een
kleiner-kaliber-repeteergeweer zoo gewichtige, voordeelen gebruik te
maken.
Geeft men de huls eene kleinere middellijn en om eene even
groote inwendige ruimte te behouden eene grootere lengte, dan
wordt niettemin het gewicht kleiner. Bezigt men echter een voort
drijvend middel, dat minder plaats behoeft en vervangt men de vet-