141 spoediger zal de man vermoeid wezen en niet meer in staat om te schieten. Het is dus van belang den terugstoot te beperken en zijnen invloed op den man geheel weg te nemen door hem ten dienste van het laden aan te wenden. In een vorig opstel (1) heb ik reeds ver meld of welke wijze de professor Hebler den terugstoot berekent en waarom een progressief voortdrijvend middel in dit opzicht zoo ge- wenscht is. Is dit praeparaat tevens rookloos, dan zal men zich nimmer meer genoodzaakt zien, om het vuur wegens den ondoor- zichtbaren rook te staken en zal men dus indien andere omstan digheden het namelijk niet beletten immer de grootst mogelijke vuursnelheid kunnen aanwenden, die het wapen toelaat. b. Met betrekking tot de vuur juistheid. De gronden, waarop de cylinder-ogiefvorm van den kogel en het streven naar opvoering der metaalbelasting berusten, zijn algemeen bekend. Daarom is het betreuren, dat ons thans gebruikelijk pro jectiel, ten nadeele van zijne metaalbelasting, de beide vetgroeven niet ontberen kan. Deze groeven zijn bij de kogels met papieromhulling niet aanwezig en komen ook bij de nieuwe mantelkogels niet voor. Ook is door Hebler van den gebruikelijken projectielvorm afgeweken, door afplatting van de punt (2) en door het construeeren van een projectiel met dik maar kort achtereind (3); deze constructie beperkt de lengte van het geleidingsgedeelte en daarmede de wrijving. Be halve de stalen zijn nog koperen mantels in gebruik (Denemarken en Portugal); het Fransche projectiel Lebel heeft een omhulsel met nikkel tot bases. Dat de koperen mantels bloedvergiftiging teweeg brengen, wordt tegengesproken; na het indringen in de wond wordt het projectiel namelijk van de lucht afgesloten, zoodat het niet oxydeert. De zucht om het geleidiugsgedeelte van den kogel te verkleinen, heeft zich het sterkst geuit in de vinding van den kapitein Pralondie de Fransche Regeering een stalen kogel met koperen geleiring (4) aanbood, van wiens aanvangsnelheid, baan en indringingsvermogen de Fransche tijdschriften destijds wonderen (1) Zie No. 4 van den jaargang 1888, blz. 46S. (2) Zie No. 4 van den jaargang 1888, blz. 465. (3) Zie No. 6 van den jaargang 1888, blz. 699. (4) Jahrbüoher für die Deutsche Armee und Marine 1888.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 154