143
en omgekeerd (1) en wordt gewijzigd door het breken der kogels
tengevolge van de schokken, die de patroon bij de verpakking, het
vervoer enz. ondervindt.
Behalve de aanvaugssnelheid zijn ook de trillingen en dus de
uitvaartsrichting van die proces afhankelijk. Ook zullen bij ons
hedendaagsch buskruit, dat als het ware plotseling zijn maximum
gasdruk levert, de trillingen sterker en de trillingshoeken grooter
zijn dan bij eene progressieve soort. Het meest verkieslijk is, zoowel
in dit opzicht als met het oog op de grootte en standvastigheid van
de aanvangssnelheid, een voortdrijvend middel, dat zijne eigenschap
pen steeds in normale mate behoudt en waarvan de gasdruk gelei
delijk en regelmatig tot een niet te hoog maximum stijgt om daarna,
tengevolge van voortgezette gasvorming, onveranderd te blijven, totdat
de kogel den loop verlaat.
Dit ideaal geeft de richting aan, die men in deze volgen moet,
vooral ook met het oog op de mindere voelbaarheid van den te
rugstoot.
Verschillen de patroonhulzen eenigszins in grootte, zoodat de eene
meer verbrandruimte aanbiedt dan de andere, zijn de kogels niet altijd
even vast in de huls gewurgd of leveren de slaghoedjes ongelijke
hoeveelheden gas, dan kunnen daardoor evenzeer de trillingen, snel
heden en uitvaartsrichiingen gewijzigd worden, zoodat eene bijzondere
nauwlettendheid bij de fabricage zeer noodig is en de toleraniiën
slechts uiterst gering mogen zijn.
Een andere eisch, dien ik zooals reeds gezegd is aan ons toe
komstig buskruit (of surrogaat) wensch te stellen, is, dat het rookloos
(1) Terwijl bij de normale patroon van het Gras-geweer vroeger 430 M. de aan
vangssnelheid (eigenlijk V16) was, bleek bij proeven in 1880 genomen met patro
nen van het 2e kwartaal 1876, waarvan de hulzen niet gevernist waren, dat die
snelheid slechts 415,54 31. bedroeg, terwijl zich e ne grootere spreiding vertoonde.
Eene scheikundige ontleding bracht aan het licht, dat het buskruit dier patronen
bestond uit 7,632°/0 (in plaats van 80/o) zwavel; 14,967J/0 houtskool (in plaats van
15°/0) en 74,678°/0 salpeter (in plaats van 77°/0).
Bovendien bevatte het koper, zink, zwavelkalium enz. Het buskruit had dus de
huls aangetast en omgekeerd. Revue d'artillerie 1886.