148 versterkt geworden en bestond er op 1 Januari 1888 nog een niet onbeduidend overcompleet aan Europeesche korporaalsmaar de eerst bedoelde omstandigheid is voor een groot deel althaDS wat de Europeanen betreft een gevolg van den ten vorigen jare genomen maatregel, dat onderofficieren van het leger hier te lande voor twee jaar gedetacheerd kunnen worden naar Indië. Het mag daarbij niet aan de aandacht ontgaan, dat het overcompleet aan Europeesche korporaals Inlandsche ontbreken er nog altijd veel van lieverlede insmelt en voorts dat het voor een groot deel ontstond door een geheel toevalligen ruimen overgang van korporaals van Nederland naar Indië in den loop van 1885 en 1886. „Eene verhooging alleen van de soldijen der Europeesche korpo raals zou er toe leiden dat deze, in het tweede verband dienende, hooger inkomsten zouden genieten dan de dikwijls bij dezelfde com pagnie ingedeelde Inlandsche onderofficieren, eene wanverhouding die, om wel te begrijpen redenen, in het belang van de handhaving der krijgstucht moet voorkomen worden. En als de soldijen der Inlandsche sergeanten verhoogd worden, dan zou zonder gelijktijdige verhoo ging van de gewone soldijeD der Inlandsche korporaals een te groot verschil ontstaan tusschen inkomsten van de verschillende Inlandsche gegradueerden. Het is derhalve noodig de gewone soldij voor alle korporaals te verhoogen. „De ondergeteekende is dus van oordeel, dat de vroeger tot stand gekomen soldij verhoogingen verder behooren te worden uitgebreid. Evenals ten aanzien van de Europeesche en daarmede gelijkgestelde onderofficieren is geschied, zullen namelijk de soldijen der korporaals en der Inlandsche onderofficieren slechts onderscheiden moeten wor den in soldijen voor bereden en onbereden militairen, zonder verdere verschillen voor de onderscheidene wapens en dienstvakken, en wel derwijze, dat de gewone soldij voor alle korporaals worde verhoogd met ƒ0,10 daags bij de infanterie en met 0,05 daags bij de overige wapens en dienstvakken, en die der Inlandsche onderofficieren bij de infanterie met f 0.20 en bij de overige wapens met ƒ0,15 daags. De laatstbedoelde verhooging is vrij aanzienlijk te achtenmaar men mag niet voorbijzien dat het steeds moeilijker blijkt te zijn het aantal door de formatie gevorderde Inlandsche onderofficieren te verkrijgen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 161