155
zeischap aan te bevelen. De burgerwoningen van die soort lieden
kan men gemeenlijk op de lijst der „verboden huizen'' vinden.
„Waar groote garnizoenen zijn," vervolgt het Yoorl. Yersl. „zou
men gaarne zien dat militaire kampongs werden opgericht, waar de
gehuwde militairen kunnen wonen. Is het waar dat de concubines
op de slaapzalen in de kazernes worden toegelaten? Die toestand
ware inderdaad niet in overeenstemming met de goede zeden."
's Ministers antwoord luidde:
„Het is den ondergeteekende nog niet duidelijk wat de Regeering
zou kunnen en moeten doen om de maatschappelijke positie van de
militairen zoodanig te verbeteren, dat ook de burgerwoningen in de
garnizoensplaatsen voor hen werden geopend. Het denkbeeld om in de
nabijheid der groote garnizoenen militaire kampongs op te richten, waar
de gehuwde militairen kunnen wonen, zal hij gaarne aan het oordeel
der Indische Regeering onderwerpenmaar hij meent er bij voorbaat
op te moeten wijzen, dat de uitvoering van dit denkbeeld gesteld
dat de belangen van den dienst en van de krijgstucht geacht wor
den zich daartegen niet te verzetten in elk geval tot zeer aan
zienlijke uitgaven zou moeten leiden.
„Men heeft steeds geoordeeld dat het belang der Inlandsche wer
ving medebracht dat aan de Inlandsche militairen vergund worde
met hunne vrouwen in de kazerne te leven, en het laat zich geree-
delijk verklaren, dat daaruit allengs het gebruik ontstond om ook
aan het Europeesche kader der Inlandsche compagnieën te vergunnen
met eene vrouw samen te wonen in de kazerne. Dat zulk een toe
stand niet in overeenstemming is met de goede zeden, moet de onder
geteekende toegeven, en hij heeft dan ook niet nagelaten reeds kort
na zijn optreden de aandacht der Indische Regeering op dit euvel
te wijzen en voorstellen te vragen om gaandeweg verbetering in dien
toestand te brengen. Het is duidelijk dat hetgeen door eene jaren
lange gewoonte burgerrecht heeft verkregen slechts voor geleidelijke
verbetering vatbaar is".
Wij gelooven dat eene verbetering in dien zin zeer in den smaak
zal vallen van den fatsoenlijken militair; bij sommige bataljons is
daarmee reeds begonnen.