160 stéllen dat dienstbaar wordt gemaakt aan de belangen der verdedi ging van den vaderlandsdien bodem. "Wij zien dan ook in den memoriepo9t niets anders dan een plan hetwelk er toe zal leiden, om uit de Indische mid delen een vrijwilligerskorps te bekostigen dat ten nadeele der Indische aanvulling hoofdzakelijk voor Nederlandsche belangen zal worden bestemd. Wij voegen hier dadelijk aan toe. dat zoolang het hoofdbeginsel van ons koloniaal beleid als tot heden berust op directe exploitatie der koloniën ten behoeve van het moederland, er wel is waar op zich zelf genomen volstrekt geen bezwaar tegen be staat dat men uit Indische middelen een of ander Nederlandsch be lang bekostigt evengoed als men b. v. spoorwegen aanlegde uit die middelen zou men eene brigade voor de defensie van Nederland daaruit kunnen onderhouden maar men moet dit niet voordragen als een maatregel om tot een beter stelsel van aanvul ling van het Indische Leger te geraken. Over de Indische brigade is reeds vroeger een en ander geschre ven. Het laatste daarover handelende uitvoerige artikel (voor zoover ons bekend), voorkomende in de „Indische Gids" van 1882 en ge schreven door den heer E. K. A. de Neve, geeft over de geschie denis dier brigade, die reeds jarenlang op het papier „voor memo rie" heeft bestaan, een goed overzicht, dat wij hun, die in dit onderwerp belang stellen, ter lezing aanbevelen. De voor- en nadeelen dier brigade worden daarin uitvoerig bespro ken. Wij halen hier alleen het gevoelen van den schrijver aan over het beginsel dier brigade. Hij zegt „Het Indisch leger moet worden versterkt; om die versterking niet te duur te maken en haar, zoolang die in Indië niet dringend noodig is, tot andere doeleinden te kunnen bezigen, zal men haar in den vorm eener Indische brigade in Nederland tot stand brengen en houden; zal echter dat korps ten allea tijde aan zijn bestemming, beantwoorden, dan mag het niet worden belast met een taak, die het in de meeste omstandigheden niet toelaat die bestemming te volgen, en dit geschiedt door het bezigen in den hier besproken zin. Gaat men daartoe over, dan is de Indische brigade, in het geval van het geen wij alleen buitengewone omstandigheden zouden willen noemen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 173