168
ting deed hooren, gaf eenige opmerkingen ten beste, die door den
Minister welwillend werden toegelicht of weerlegd, of wel waarover
hij nadere inlichtingen toezegde. Principieele quaestiën werden niet
a fond behandeld.
Met het oog op de beschikbare ruimte geven wij dan ook niet
al het gesprokene woordelijk weder, maar slechts bij wijze van uit
treksel.
De heer Van Vlijmen, het nieuwe Kamerlid voor Yechel, die
door vijfjarige detacheering bij het Indische leger daarmede bekend
is geraakt en van zijne belangstelling daarin door verschillende ge
schriften blijk gaf (het meest bekend is zijn werkje „Bali 1868"),
hield zijn maidenspeech over de Indische militaire belangen. Hij
besprak daarbij vooral de belangen van den minderen militair, wees
op het vele, dat voor den Engelschen soldaat in Indië wordt gedaan
en beval den Minister aan pogingen in 't werk te doen stellen om
ook onze Europeesche soldaten in Indië een meer gezellig en meer
werkzaam leven te scheppen.
Het vrijgeviger toestaan van huwelijken aan mindere militairen,
het oprichten van lees- en speelzalen en boekerijen, het bouwen
van werkloodsen, waar zij die een ambacht geleerd hebben, gelegen
heid vinden tot werken, het beschikbaar houden van bepaalde bur
gerlijke betrekkingen voor goed oppassende gegageerde militairen,
het afstaan van gronden aan oud-militairen die een gezin hebben,
werden tot dat doel door den heer Yan Vlijmen aanbevolen. Meerdere
geestelijke hulp en het oprichten van matigheidsgenootschappen vonden
in hem een warm voorstander.
De heer Rooseboom constateerde met rechtmatige voldoening-
de goede uitwerking zijner Nota over den Chef van het wapen der
Infanterie, sprak daarna nog afkeurend over de jongste generaals?
benoemingen, die ondanks de in uitzicht zijnde reorganisatie er toe
geleid hadden een generaal afkomstig van de Artillerie aan het hoofd
te stellen van de IIe Afdeeling van het Departement van Oorlog, en
wees op de onvoldoend strenge keuring van Inlanders, tot staving
waarvan hij een brief voorlas van een commandant eener Inlandsche
compagnie. Ilij prees de goede maatregelen (verhooging van sol-
dijen( handgelden en reëngagements-premiën) ten behoeve der betere