164 aanvulling met Inlanders genomen en wees op het nut, dat groote manoeuvres kunnen hebben als middel tot bevordering van dienst neming. Tevens merkte hij echter op dat nog zooveel belangrijks tot stand zou kunnen komendoch dat in Indië alles den slakken gang ging; er was geen voortgang en de weinige maatregelen in het belang van het Indische leger waren nog geschied op initiatief van de Volksvertegenwoordiging. Eenige voorbeelden van de weinig voortvarende wijze, waarop naar zijne meening bij Indische militaire zaken werd te werk gegaan, werden daarbij door hem aangehaald. Een drietal quaestiën werden verder door den heer Rooseboom ter sprake gebracht, die ons, als betreffende hangende vraagstukken omtrent hoofdpunten, op wier oplossing nog gewacht wordt, van meer dan gewoon belang voorkomen. liet over die drie punten, n.l. de quaestie van den coup de mainde reorganisatie der infanterie en de Indische brigadegesprokene nemen wij daarom hieronder uit voerig op. De coup de main. De heer Rooseboom zeide: „Voor twee jaar werd er in de stukken bij de Regeering ten ernstigste op aangedrongen, toch eene beslissing te nemen, ten op zichte van de verdediging van Java. De Regeering antwoordde, dat zij het niet waarschijnlijk achtte, dat men Indië ooit tegen iets anders zal te verdedigen hebben dan tegen zoodanigen aanval van enkele vijandelijke oorlogsschepen, als men gewoon is een coup de main te noemen, en het dus aankwam op de vraag, welke havens tegen zoo danigen aanval te verdedigen zijn en hoe de verdediging behoort te geschieden. Die vraag was in Indië aanhangig gemaakt, en de Minister verwachtte dat zij spoedig beantwoord zou kunnen worden. Verleden jaar werd ons medegedeeld op eene desbetreffende vraag, dat er drie commissiën waren benoemd voor de vier havens. En wat wordt nu bericht? „In het Koloniaal Verslag lezen wij, dat bij het einde van 1887 het rapport van de commissie voor Batavia reeds was ingekomen, en dat voor Soerabaia weldra werd tegemoetgezien. De commis-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 177