167 De Indische brigade. Van de Indische brigade was de heer Rooseboom een voorstander. Hij zeide daaromtrent. „Wil men een goed leger vormen, dan moet men in de eerste plaats een goede grondstof hebben „Die grondstof nu moet worden verkregen door werving „En nu juich ik het zeer toe dat de Regeering streeft naar de op richting van een korps hier te lande gestationneerde vrijwilligers, bestemd voor den Indischen dienst, grootendeels in overeenstemming, zooals ik uit de memorie van Beantwoording meen te mogen opmaken, met het advies van de commissie van 1879. Mijns inziens lijdt het geen twijfel, of door de oprichting van zoodanig korps zal de dienst neming van Nederlanders zeer worden bevorderd. „Er zullen altijd een aantal personen zijn, die niet naar Harderwijk willen gaan, maar die zich wel zullen willen verbinden bij een korps, als hier wordt bedoeld, indien men ten minste de voorwaarden aan lokkelijk genoeg maakt. Door de oprichting nu van zoodanig korps zal men niet alleen de quantiteit, maar ook de qualiteit der aanvulling van het Indische leger zeer verbeteren. „Wil men tot de oprichting van zoodanig korps overgaan, dan geloof ik dat het tegenwoordig tijdstip daarvoor wel geschikt is. Wat toch was een van de hoofdbezwaren, die men steeds tegen de oprichting heeft aangewend? Dat de vrijwilligers, die men hier zoude aannemen, zoo hoog noodig zijn iu Indië, welnu op dit oogenblik bestaat daar eene zoo dringende behoefte niet. „Uit het Koloniaal Verslag zien wij toch dat bij de tegenwoordige formatie aan Europeanen bij het Indische leger, die 40 man hooger is dan de normale formatie, op 31 December 1887, dus bij den aanvang van dit jaar, een overcompleet was van 377 Europeanen. „Wat zien wij verder? „Dat in 1887 bij eene suppletie van 1987 Europeanen de sterkte aan Europeanen bij het Indische leger was vooruitgegaan met 770 man, dus dat ruim 1200 man zijn noodig geweest om de op 31 December 1886 bestaande sterkte gedurende den loop van 1887 te onderhouden. „Neemt men hierbij in aanmerking, dat alleen gedurende de eerste helft van dit jaar de werving reeds 1020 Europeanen heeft opge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 180