171 de kern voor die uitzending. Daarnaast hoopt men jongelieden te engageeren uit Nederlandterwijl Harderwijk op den duur bestemd zal blijven voor vreemdelingen. „Of deze kostbare en gecompliceerde regelingof die afzondering van den vreemdeling ooit gunstig werken kan en een goeden geest in het leger zal bevorderen, betwijfel ik zeer. Doch er is meer. In de eerste plaats betwist ik de bevoegdheid zieke soldaten naar Ne derland te zenden en hier bij een korps in te deelen. Wil men daartoe de voorwaarden van engagement veranderen, dan vrees ik, dat die maatregel ongunstig op de werving terug zal werken; want men zal aldus redeneerenneenwanneer ik ziek ben en moet worden afgekeurd, wil ik, in Holland teruggekomen, vrij man zijn en niet daar weder bij een korps worden ingedeeld. „Ik geloof dat de Minister van Koloniën middelen van verbetering zoekt daar waar zij niet te vinden zijn. Mijne denkbeelden over dit onderwerp heb ik reeds vroeger in een periodiek blad uiteengezet; ik heb die nader meegedeeld in mijne afdeeling, maar zij zijn door de Commissie van Rapporteurs als une quantité nêgligeable behan deld geworden. Dit is echter voor mij geene reden om hier daar over het stilzwijgen te bewaren, en wil ik dus met een enkel woord mededeelen, wat door mij in hoofdzaak wordt gewenscht. „In de eerste plaats stel ik opheffing van Harderwijk op den voor grond 2°. overbrenging van de werving van het Ministerie van Oorlog naar dat van Koloniën. „Dit laatste denkbeeld is indertijd omhelsd dcor den Minister De Roo van Alderwerelt, doch de toenmalige Minister van Koloniën heeft daarvan niets willen weten. „Toorts wensch ik oprichting in 10 of 12 gemeenten van werf- bureelen met Indische officieren en onderofficieren, dadelijke aanneming of afwijzing van hen, die zich, voorzien van de noodige papieren, aanmel den, na keuring door een oud-Indischen bij het bureel gedetacheerden officier van gezondheiduitzending ten spoedigste en oefening in Indië transportbureel te Amsterdam en Rotterdameen denkbeeld reeds gedeeltelijk verwezenlijkt door de afmonsterings-bureelen, onlangs in genoemde steden opgericht. „Eindelijk: engagement voor 6 jaren, doch met vrijlating om de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 184