VERHOOGDE SOLDIJ EN HET SCHIETEN. Volgens tarief N°. 3 wordt aan militairen beneden den rang van officier, na zes jaren dienst, verhoogde soldij toegekendeen paar uitzonderingen komen echter daarbij voor. Hot komt mij voor dat het nuttig kan zijn dit tarief te wijzigen, en zal ik trachten dit in dit opstel aan te toonen. waarbij ik hoofd zakelijk de infanterie op het oog heb. Voor zoover uit tarief N°. 3 blijkt, wordt aan elk militair verhoog de soldij toegekend, zonder dat daarbij rekening wordt gehouden op welke wijze de man zich gedurende de zes jaren, die hij gediend heeft van zijne verplichtingen heeft gekweten. Noch de meerdere noch de mindere bruikbaarheid van den militair komt hierbij in aanmerking. De verhoogde soldij dient dus eenigszins als lokaas om militairen, die reeds zes jaren gediend hebben, in de gelederen te behouden. In algemeenen zin mag men aannemen, dat manschappen, die reeds zes jaren gediend hebben, als militair meer waarde hebben dan re- cruten, en is de regeling tot toekenning van verhoogde soldij, uit dit oogpunt beschouwd, wel te verdedigen. Echter komen er onder de militairen, die reeds zes jaren gediend hebben, nog velen voor, die niet veel meer, ja sommigen, die nog minder bruikbaar zijn dan pas afgeëxerceerde manschappen. Daarom wenschte ik de regeling tot toekenning van verhoogde soldij te wijzigen en die afhankelijk te maken van de bruikbaarheid van den man. Nu zullen misschien sommigen zeggen, deze wijziging is onbillijk jegeus oude soldaten, die door physieke oorzaken aan de eischen van bruikbaarheid niet kunnen voldoen. Ik kan deze meening niet deeleu, want, wordt ook in de burgermaatschappij de beste werkman niet het beste betaald, en treden ook in vele betrekkingen de bruikbaar heid van den betrokken persoon niet op den voorgrond. Er is dus

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 199