- 194 blootgesteld en dus in het gevaarlijkste tijdvak van hun verblijf in In- dië, waarin zij zoo genegen zijn tot allerlei onvoorzichtigheden, als: het baden op het midden van den dag, het misbruik maken van specerijen on van zeer verkoelende vruchten. „Het is duidelijk dat de soldaat bij het lijden van zooveel gebrek en vermoeienis, bij het zien hoevelen zijner kameraden er onder bezweken, en bjj het weinige vooruitzicht op eene spoedige verbetering in zijn lot, niet zeer opgeruimd kon gestemd zijn, maar dat de vrees zich van hem moest meester maken, ook weldra een slachtoffer van dit alles te zullen worden. Er waren dan ook oogenblikken, waarin hier en daar een alge- meene neerslachtigheid heerschte, die weder zeer nadeelig op den gezond heidstoestand werkte, en slechts door het goede voorbeeld en de be stendige zorgen der officieren kon overwonnen worden veilig mag men beweren, dat er bij het Indische leger evenveel moreele als pliysieke in spanning noodig geweest is, om dien gerekten strijd tot een goed einde te brengen." ERRATA IN DE VORIGE AFLEVERING. blz. 63, reg. 3 v. o. staat: overnemen, lees: vernemen, blz. 66, reg. 11 en 12 v. b. staat: echler niet in eene gentritke lees: echter in eene generieke. BERICHT. De heer .T. F. Brefjer ziet zich, wegens vertrek naar Nederland, ge noodzaakt zijn aandeel in de redactie van dit tijdschrift neder te leggen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 207